3. Voortgang met enkele hobbels
Er doen zich bij het project Green Charcoal Lejofonds onverwacht enkele problemen voor. We doen er verslag van.
Verder bezoeken we de Aunt Kevin nusery and primary school, niet alleen om de voortgang in de bouw van de toiletten te volgen, maar ook voor vergaderingen met de boekhouder, de directie en de headmaster van de school.
Tenslotte doen we verslag van een ontmoeting met onze dove vriend Batu.
We hebben de volgende hoofdstukken:
- 1. Werk van hoog niveau
- 2. Zonder meter schiet het voor geen meter op
- 3. Onderhoudende gesprekken
- 4. Batu, al een hele kerel
3.1. Werk van hoog niveau
De eerste “stands” op de “factory” van het project Green Charcoal Lejofonds liggen vol met briketten. Direct nadat een “stand” klaar is, verft men het gaas om roestvorming tegen te gaan.
Er is niet genoeg verf.
Dat kopen we en brengen we de volgende dag langs.
Wanneer we bij de “factory” komen zien we dat de bouwvakkers met de laatste “stands” bezig zijn.
Maar we zien ook iets anders. De nieuwe pilaren worden wel erg hoog.
Het terrein loopt naar beneden af. De bouwvakkers hebben gedacht alle pilaren mooi op dezelfde hoogte te houden. Dat staat lekker strak. Dat is waar.
Het gevolg is wel dat men dan straks bij deze pilaren steeds hoger moet reiken om de briketten op de “stands” te krijgen. En dat zal dan nog maar deels lukken.
We hebben bij de eerst opgeleverde stand al gezien dat vrouwen zich behoorlijk moeten strekken om in het midden van de `”stand’ briketten neer te leggen.
Druk overleg volgt.
Maar uiteindelijk is het duidelijk. Een aantal pilaren moet een kopje kleiner worden gemaakt.
Er worden geen houtskoolbriketten geproduceerd. Het wachten is op het plaatsen van een nieuwe meter waarna er weer elektriciteit kan worden geleverd.
Het betekent dat alle projectleden bezig zijn met het zeven van “dust, niet ieders favoriete werk.
Herma heeft spulletjes meegenomen om gaten in het gaas te repareren. Als ze vraagt wie dat karweitje wil klaren, is er animo genoeg. Het betekent even aan het zeven ontsnappen.
De briketten op de eerste “stand” zijn bedekt met zeil. Plasjes op het zeil maken duidelijk waarom dit nodig is.
We reizen door naar Nkonkonjeru. Daar wacht een overleg met de headmaster van Aunt Kevin. Vervolgens een overleg met de penningmeester over het budget van de school voor 2018. Laat in de middag is er dan nog de maandelijkse vergadering van het project Goat to Goat.
3.2. Zonder meter schiet het voor geen meter op
Coördinator Daniel Kibago heeft contacten gelegd met iemand die meerdere keren per maand een flink aantal zakken houtskool wil afnemen voor mensen in een verderop gelegen stadje.
Het is dus zaak dat de productie weer op gang komt. Inmiddels is de monteur geweest om de briketmachine te repareren.
De eerste gemetselde stenen pilaren zijn droog. De timmerman heeft zijn werk gedaan. Verschillende “stands” zijn klaar voor ontvangst van briketten.
Op naar Seeta Nazigo, op naar de “factory”.
Daar is men al weer druk bezig met het metselen van nieuwe pilaren.
Verschillende bouwvakkers blijven op de “factory” tot de hele klus geklaard is. Men slaapt binnen op de grond. Een zak cement dient als hoofdkussen.
De projectleden zijn bezig met het zeven van “dust”. De gezeefde “dust” wordt vermengd met een bindmiddel. De ontstane brei gaat in de briketmachine die er briketten van perst.
Een vrachtauto levert per keer 45 grote zakken “dust” af. Vorige keer hebben we bij de evaluatie afgesproken dat de werkers per maand drie vrachtagens (135 zakken “dust’) per maand verwerken tot houtskool.
Nu er nieuwe “stands” zijn willen we graag weten hoeveel zakken houtskool de briketten van 1 “stand” opleveren. En daaraan voorafgaand, hoeveel zakken “dust” daar voor nodig zijn.
De briketmachine gaat aan en perst briketten. Rachel, expert in het bedienen van de briketmachine legt de briketten op houten platen.
Andere deelnemers brengen zo de briketten naar buiten, naar de “stands”.
Halverwege begint het buiten wat te sputteren. Men haalt nu zeil tevoorschijn om de briketten af te dekken.
Wanneer de eerste “stand” vol ligt met briketten is, zijn er, toeval of niet, 4,5, zakken “dust” verwerkt. Dat komt geweldig mooi uit.
Er komen in totaal tien “stands”. Als die allemaal vol liggen met briketten zijn er 45 zakken “dust” verwerkt, een vrachtwagen vol.
In de laatste vergadering hebben we nog met grafieken duidelijk proberen te maken hoeveel briketten 45 zakken “dust opleveren. Nu helpt het toeval een handje. Drie vrachtwagens “dust in een maand verwerken betekent drie keer alle ‘stands vol hebben liggen met briketten, die daarna uiteraard nog verpakt moeten worden in zakken. Iedereen kan zich daar een voorstelling van maken.
Rachel is de belangrijkste deelnemer aan het project.
Zij houdt de administratie bij, verdeelt de taken en bedient als enige de briketmachine. Ook zorgt ze voor de lunch, deze dagen niet alleen voor de deelnemers aan het project, maar ook voor de bouwvakkers. Ze heeft hulp ingeroepen van een paar dochters.
De dochters krijgen nog een andere taak toebedeeld. Ze mogen de verrotte dwarsliggers van de “stands” bundelen en naar huis brengen. Het is goed genoeg als brandhout. Zo heeft elk nadeel zijn voordeel.
Wanneer men begonnen is de briketten op de tweede ‘stand” te leggen, komt er ineens bezoek. Twee mannen stappen uit een auto. Aan hun uniformen te zien zijn ze van het elektriciteitsbedrijf.
Ze willen de meter controleren. De meter bevindt zich, voor ons vreemd genoeg, boven in de elektriciteitspaal. Een van de mannen klimt naar boven en constateert dat een meter ontbreekt.
Reden om de elektriciteitskabels los te koppelen en mee te nemen.
Vraag is waarom de mensen nu de meter komen controleren en hoe het kan dat de meter ontbreekt? De mannen houden Daniel Kibago verantwoordelijk. Hij is indertijd aanwezig geweest bij plaatsing van de meter. Hij moet zich maar vervoegen bij de manager van het bedrijf.
Die geeft aan dat hij momenteel met meer gevallen van diefstal wordt geconfronteerd. Daniel moet aangifte van diefstal doen bij de politie. Na afgifte van een politierapport zal er opnieuw een meter geplaatst worden. Daar zullen wel kosten voor in rekening gebracht worden.
3.3. Onderhoudende gesprekken
We bezoeken Aunt Kevin verschillende keren voor afzonderlijke vergaderingen met de directie, de headmaster en de penningmeester van de school.
Maar bij aankomst nemen we eerst en kijkje bij de toiletten in aanbouw. De enorme aarden wal maakt duidelijk dat het gegraven gat diep is.
Een kijkje over de rand doet je beseffen dat er behalve hoogtevrees ook zoiets als dieptevrees moet bestaan.
Men is bezig met het optrekken van de muren. Halverwege is een steiger gebouwd om verder te kunnen werken.
Daarvoor wordt een speciaal soort steen gebruikt. De aannemer metselt er zelf ook lustig op los. Vanuit zijn standplaats informeert hij ons over de stand van zaken.
“Op de begane grond” zorgt men voor aanvoer van cement en stenen.
Wat de stenen betreft, is het ook hier een kwestie van “overgooiertje” spelen.
In eerste gesprek met de directie is al aangegeven dat de nieuwe headmaster geen kennis heeft van het My Book Buddy systeem. We hebben My Book Buddy ook geïmplementeerd bij Gods Glory, een school een vijftiental kilometers verderop.
Nu denkt men eraan iemand van die school in te huren voor kennisoverdracht. We zijn verbaasd. Wij hebben de benodigde kennis. Het overdragen daarvan is gratis.
En dus zitten we een paar keer om tafel met de headmaster om te praten over My Book Buddy en alles wat daar bij komt kijken.
Een paar jaar geleden hebben we aangegeven Aunt Kevin te willen ondersteunen onder een paar voorwaarden. De school moet werken met een sluitende begroting. Er moet geld gereserveerd worden voor onderhoud en er moet onderhoud gepleegd worden.
Aunt Kevin wil dit jaar op kleine schaal starten met een “boarding”, een kostschool. We gaan om tafel zitten met de penningmeester om de opgestelde begroting van zowel de boarding als de school te bekijken.
De penningmeester start met een bijzondere opmerking: “Wisdom is coming from God. That’s why you are here”.
De penningmeester beschikt zelf ook over de nodige “wisdom”. Hij heeft zijn zaakjes uitstekend voor elkaar. En hij weet zoals hij zegt dat wij van percentages houden. Daarom heeft hij de kosten ook uitgedrukt in percentages van het geheel. De penningmeester heeft zichtbaar plezier in het geven van toelichting op de begroting.
Bij het eerste bezoek dit jaar aan Aunt Kevin viel het ons al op dat er onderhoud is gepleegd. Het schoolterrein ziet er goed uit. Er is gras bij geplant. Gebouwen zijn bijgeverfd. Toch valt het ons op dat kleine dingen niet zijn gebeurd of over het hoofd gezien. We zullen zelf een inspectieronde houden en noteren waar klein onderhoud en reparaties nodig zijn voordat de school begint om zo ook het begrip klein onderhoud inhoud te geven.
3.4. Batu, al een hele kerel!
Ruim negen jaar geleden hebben we Batu, een dove jongen, ergens diep in de binnenlanden van Oeganda voor het eerst ontmoet.
Dankzij het Lejofonds gaat Batu sindsdien naar school.
Op de openingspagina van de website van het Lejofonds zijn twee foto’s van Batu te zien. Op de ene foto staat Batu zoals we hem voor het eerst ontmoet hebben. De tweede foto laat Batu zien nadat hij een paar weken onderwijs heeft gevolgd in primary 1 van de dovenafdeling van de Bishop Westschool.
Verdere toelichting is overbodig.
Batu is een pientere jongen. In alle klassen van de primary school en de eerste twee klassen van het voortgezet onderwijs is Batu de beste van de klas.
Tijdens zijn periode op de Bishop Westschool hebben we Batu vele keren bezocht.
Sinds hij op het voortgezet onderwijs zit, is dat moelijker omdat de school ver buiten Kampala is gelegen.
We ontmoeten elkaar de laatste jaren op een afgesproken plek in Kampala.
Batu krijgt computerles op school. Hij is nu in staat via email met ons te communiceren.
Eerder heeft hij al laten weten welke schoolbenodigdheden vereist zijn voor het derde jaar in het voortgezet onderwijs.
Verder vraagt Batu een nieuw matras. Dat gaat ons te ver. Twee jaar geleden heeft Batu een nieuw matras gekregen. Die kan nog niet versleten zijn.
We ontmoeten Batu met zijn moeder in een winkelcentrum. Een hartelijke ontmoeting.
Omhelzingen volgen.
Batu is al een hele kerel.
Coördinator Daniel Kibagi speelt tolk tussen ons en Batu’s moeder. Maar al gauw volgt er een gesprek op papier tussen ons en Batu.
We willen nu ook weten waarom Batu een nieuw matras vraagt.
Batu schrijft: “In the morning I wake up in early while I feel some body is pain due to a little mattress”. We zijn om. Batu krijgt zijn matras.
We hebben wat spulletjes meegenomen. Een foto van Batu van een aantal jaren geleden heeft als een soort beeldmerk van het Lejofonds gediend. We hebben de foto mee in puzzelvorm. Batu geniet ervan.
Dankzij gulle gevers hebben we sportkleding en t-shirts uit Nederland kunnen meenemen. Daar laten we Batu van mee profiteren. En dat betekent glunderen!
Bij het zien van een sportjas schrijft Batu: “I am going to take it to school because our school is too cool especially in the morning and evening”
We vragen hoe het gaat met Waswa, het broertje van Batu.
Vorig jaar was hij met Batu en zijn moeder meegekomen. Onder de titel “Hij loopt bijna naast zijn schoenen” hebben we daar verslag van gedaan. Waswa heeft een ongeluk gehad en is tot vorig jaar 16 keer geopereerd aan zijn been.
Daar zijn nu nog enkele operaties bijgekomen. Zoals het zich nu laat aanzien komen er geen nieuwe meer bij.
In het genoemde verslag schrijven we ook:“Batu heeft nog twee broertjes en een zusje. Het gezin heeft veel tegenslagen gekend. Vader is alcoholist en heeft het gezin verlaten. Moeder verdiende een schamel inkomen door voor anderen het land te bewerken. Het Lejofonds heeft moeder eerder geld gegeven voor de aanschaf van potten en pannen zodat zij “snacks” kon maken en verkopen, waardoor zij in staat zou zijn een beter inkomen te verkrijgen.”
Het is er nooit van gekomen. Het geld is opgegaan aan de medische verzorging van Batu’s broertje Waswa”
Nu Waswa’s problemen met zijn been voorbij zijn, willen we opnieuw bekijken hoe we moeder op een andere manier aan een inkomen kunnen helpen.