6. Stappen

In reisverslag 6 maken we melding van een aantal stappen die we gezet hebben.

We hebben de dove jongen James ontmoet en hem een voorstel gedaan. Zijn gehandicapt vriendje sturen we naar een ziekenhuis.

Voor het meisje Florence is een nieuwe school gezocht en gevonden.

We hebben ingegrepen op Gods Glory en het My Book Buddy project overgeheveld naar de Kisimbizi school.

Uitgenodigd op de ouderbijeenkomst van de Kismbiz school maken we duidelijk waaruit de steun van het Lejofonds bestaat en welke verplichtingen de ouders hebben.

Dit alles is weergegeven in de volgende hoofdstukken:


6.1. Twee gehandicapte jongens vullen elkaar goed aan

In het vorig reisverslag hebben we onder de titel “Timmerman James maakt nu stenen” verhaald hoe het nu gat met de dove jongen James. Bij ons vorig bezoek blijkt James niet thuis te zijn. Met opa maken we een nieuwe afspraak. Opa zorgt ervoor dat James thuis is.

We moeten het binnenland in. Smalle weggetjes waar je geen auto verwacht. Bij het huis van opa wacht James gehandicapte zusje ons op. Ze zit onder een boom met prachtige bloemen. We zijn drie kwartier te laat. James is thuis geweest, maar inmiddels alweer verdwenen. Opa slaat aan het bellen. En dat heeft succes. Een kwartiertje later zien we James aankomen. Hij komt lachend op ons af. Omhelzingen volgen. James heeft een t-shirt aan, dat wij hem vorig jaar hebben gegeven. Via een oud-collega op Texel is het Lejofonds in bezit gekomen van de t-shirts.

Het blijkt dat het t-shirt op de achterkant een treffende tekst voor James situatie heeft. We staan voor het probleem hoe met James te communiceren? We vragen hem dan ook een aantekenboek op te halen. Maar James is veel vergeten wat lezen en schrijven betreft. Met moeite kan hij zijn eigen naam nog schrijven. Opa volgt alles vanaf een afstandje. Dan is daar ineens weer het jongetje dat we al bij aankomst zagen rondlopen. Misschien is scharrelen een beter woord. Het jongetje loopt moeizaam. Er is duidelijk iets aan de and met zijn been of heup.

Het is buurjongen Rymon. En voor ons totaal onverwacht kan hij met James communiceren via gebarentaal. Dat maakt alles een stuk gemakkelijker. We komen nu te weten wat James zoal doet overdag. Op een geleende motorfiets haalt hij water voor anderen. Daarmee verdient hij 75 cent per dag. Via Rymon peilen we of James nog steeds interesse heeft in het timmermanschap. Dat blijkt inderdaad het geval.

We geven aan James opnieuw te willen helpen als hij zijn activiteiten bij de weg, voor het huis van zijn opa onderneemt. Passerende mensen kunnen James producten zien. Opa kan een oogje in het zeil houden. En buurjongen Rymon kan de communicatie voor zijn rekening nemen.

Opa komt meteen al met een planken aandragen. Het begin van een werkbank.

Dan bedenken we dat er nog een hoeveelheid bruikbaar hout ligt op Kisimbizi, afkomstig van de bouwwerkzaamheden. En straks als er tafeltjes en stoeltjes komen, zijn de banken overbodig. Dat hout is goed te gebruiken. We regelen met directeur Spencer dat dit alles straks naar James gaat. Dan is het tijd voor Rymon. We geven aan dat we met zijn ouders willen praten om te zien hoe we hem kunnen helpen om van zijn handicap af te komen. Rymon is daar zichtbaar blij mee. We gaan naar Rymons huis en ontmoeten daar moeder, denken we. Het blijkt oma te zijn.

Moeder woont elders en is opnieuw getrouwd. Zoals vaker gebeurt, accepteert de echtgenoot de kinderen niet die vervolgens bij oma worden ondergebracht.

Oma geeft aan dat Rymon ooit eens naar een ziekenhuis is geweest. Ze heeft het idee dat niets aan Raymonds handicap te doen is. Dat willen we dan zeker weten. We adviseren haar met Raymond naar een gespecialiseerd kinderziekenhuis in Entebbe gaat.

We nemen contact op met het ziekenhuis om te zien wanneer Rymon er terecht kan. En we informeren naar de reiskosten. Binnenkort gaat Rymon naar het ziekenhuis. Hij is duidelijk blij met onze interventies.

6.2. Voorzichtig zien we een blije Florence

In reisverslag 5.4. En weer komen er een paar apen uit de mouw geven we aan op zoek te gaan naar een geschikte school voor Florence. De directeur van de Aunt Kevin school verwijst ons naar een school voor voorbereidend beroepsonderwijs.
We halen Florence op. Het is verder rijden dan gedacht. En daarmee wordt meteen duidelijk dat, als Florence naar deze school gaat ze naar de “boarding” moet, het internaat.
We melden ons bij de poort. En vervolgens bij de administratie. Na een poosje wachten, krijgen we toegang tot de kamer van de directeur.

Het blijkt een zeer enthousiaste man, die alle tijd neemt om informatie te geven over zijn school. Daar blijft het niet bij. Hij laat via wandkaarten zien hoe je via het voorbereidend beroepsonderwijs verder kunt komen, tot aan de universiteit toe. Florence bekijkt intussen een informatiefolder van de school. Na het uitgebreide verhaal van de directeur krijgen we een rondleiding.

We bezoeken de “metselafdeling”. Daar zijn eerstejaars muurtjes aan het metselen. Vervolgens nemen we een kijkje bij de timmerlieden. We zien de lesruimtes voor aankomende monteurs. Florence heeft aangegeven wel iets te zien in een kapstersopleiding. Volwassenen in haar omgeving maken haar duidelijk dat er meer te verdienen is als je een opleiding tot naaister hebt gevolgd. Op deze school mag je de eerste twee weken snuffelen aan alle opleidingen. Daarna maak je een keuze naar welke opleiding je voorkeur naar uitgaat.

Florence krijgt in elk geval een indruk hoe het toegaat op de kapstersopleiding. Ja en ga je naar het internaat, dan kom je op een slaapzaal terecht. Aan gezelschap geen gebrek. Er slapen hier 61 meisjes.

Het ziet er allemaal heel netjes en opgeruimd uit. We hebben inmiddels veel slaapzalen gezien op verschillende scholen. Dat is weleens anders, zacht uitgedrukt. De school maakt een voortreffelijke indruk op ons. Het verhaal van de directeur is overtuigend. De school is goed georganiseerd. De leerlingen gedragen zich in en buiten de lessen zeer gedisciplineerd. Het terrein van de school is groot met diverse speelvelden.

We hebben ruim twee uur een kijkje in de keuken van de school gehad, maar we willen nu ook even de echte keuken zien, zeker als we horen dat er op hout gestookt wordt. We doen ons verhaal en vertellen daarbij het aanbod van het Lejofonds bij de aanschaf van een nieuwe “stove”. Duidelijk is dat de directeur zeer geïnteresseerd is. We laten een informatie brochure achter.

We houden contact, zo geven beide partijen bij het afscheid aan. De directeur, die het achtergrondverhaal van Florence kent, geeft aan zelf een weeskind te zijn die een kans gekregen heeft op te klimmen naar de positie die hij nu heeft. Hij vindt het daarom uitermate belangrijk mensen die voor het eerst zijn school bezoeken uitgebreid te informeren. Alle waardering daarvoor.

Het is duidelijk, we hebben een goede school voor Florence gevonden. We krijgen verschillende paperassen mee waaronder een lijst met materialen die iedere leerling mee moet nemen naar school. Te denken valt aan schoonmaakmaterialen, toiletpapier e.d. maar ook pennen en schriften. We gaan in overleg wat tante Jane zelf kan bijdragen. Van een achttal varkentjes die we vorige keer hebben zien rondlopen worden er twee gereserveerd voor Florence om toekomstige kosten op te vangen.
Daarnaast kan Florence een matras, een muskietennet en verder wat gebruiksmaterialen mee krijgen. Wij kopen nog wat schoonmaakmaterialen, een metalen kist waar Florence op school haar bezittingen in kan bewaren. We zien een blije Florence als we die spullen komen brengen. Het Lejofonds betaalt het schoolgeld waardoor het definitief mogelijk wordt dat Florence naar school gaat.

En dan nog even op de foto voordat Florence aan het nieuwe schoolavontuur begint.

6.3. Ook zo wordt het motto van de school eer aan gedaan

My Book Buddy realiseert op scholen in ontwikkelingslanden kinderbibliotheken om zo het lezen te stimuleren.

Kinderen kiezen elke week op school een leesboek uit. Het leesboek gaat in een rugtas mee naar huis. Na een week nemen de kinderen hun boek weer mee naar school waar ze weer een ander boek kunnen kiezen. In 2014 heeft het Lejofonds het My Book Buddy project mogen implementeren op de Gods Glory nursry and primary school. Een groot succes. Zie reisverslag “My Book Buddy. Er gaat een wereld voor ze open”.
We zijn de school blijven volgen.
Vaste krachten van de school, in onze ogen steunpilaren van de school, zijn inmiddels verdwenen omdat zij te weinig of geen salaris kregen uitbetaald. Daarmee verdwenen ook de verantwoordelijke mensen voor My Book Buddy. Het project kwam tot stilstand.

  Begin van dit schooljaar bezoeken we de school opnieuw en we treffen er een grote bende aan. Overal in de lokalen ligt allerlei rotzooi opgeslagen en dat terwijl het schooljaar begonnen is.

De My Book Buddy kasten zitten op slot. Ze worden niet gebruikt. Bij het openen van de kasten zien we in veel kasten alleen de rugtassen liggen, smerig en stinkend. Om tranen van in je ogen te krijgen. Voor ons is het duidelijk. De school, hoe jammer het ook is, is het My Book Buddy project niet meer waard.

En dan komt de tricycle van het Lejofonds goed van pas. We hebben alle kasten weg gehaald. De kasten zijn overgebracht naar de Kisimbizi school. De boeken hebben we meegenomen om ze “thuis” schoon te maken en waar nodig reparaties te verrichten.

De rugtassen brengen we de volgende dag naar de Kisimbizi school. We doen het motto van Gods Glory eer aan: “With God all is possible”. De tassen krijgen op de Kisimbizi een grondige wasbeurt. Vervolgens worden ze te drogen gelegd. Directeur en headmaster van de Kisimbizi informeren we over het My Book Buddy project en ook de ouders op een ouderbijeenkomst.

Nu volgt eerst nog een training met de leerkrachten voordat het My Book Buddy van start kan gaan op de Kisimbizi. Het My Book Buddy project loopt ook op de Aunt Kevin school. Als we voor een vergadering in Nkonkonjeru moeten zijn, zien we kinderen met de rugtasjes van MY Book Buddy naar huis gaan. Dat blijft een prachtig gezicht,

6.4. Ouderbijeenkomst Kisimbizi

Op aandringen van de inspecteur is de Kisimbizi school vorig schooljaar onverwachts gefuseerd met een andere school, een fusie die gedoemd was te mislukken en is mislukt. We hebben daar in verschillende nieuwsbrieven aandacht aan besteed.

De ouders zijn nu afwachtend hoe de school zich dit jaar manifesteert. Een ouderbijeenkomst moet duidelijkheid geven. Een aantal ouders stelt hun betalingsverplichting daarom nog even uit.

Intussen heeft men enthousiast de bouwwerkzaamheden gevolgd. Men is nu ook razend nieuwsgierig naar de mensen achter het Lejofonds. Op het bord staat de agenda vermeld. De vergadering wordt geopend door het zingen van het volkslied, gevolgd door gebed. De “director of studies’ voert daarna het woord, de headmaster vertaalt. Het team zit voorin. De ouders kunnen zich ervan overtuigen dat het team compleet is. Na de “director of studies krijgt de” director of het Lejofonds” het woord. Leo verhaalt de jarenlange samenwerking met de Kisimbizi school. Ook geeft hij zijn visie op de mislukte fusie. Dit jaar bouwt het Lejofonds vier nieuwe klaslokalen, een keuken en een nieuwe woning voor de headmaster. Maar er zijn voorwaarden. De school moete werken met een sluitende begroting. Er moet geld beschikbaar zijn voor onderhoud. Bij de bank moet een bankrekening geopend worden. Door een advocaqt moet een verklaring opgesteld worden dat bij eventueel verkoop van de gebouwen het geïnvesteerde geld aan het Lejofonds wordt terug betaald.

De enige inkomsten van de shool zijn de schoolgelden door ouders te betalen. Leo doet dan ook een dringende oproepe aan de ouders het schoolgeld te betalen. Coördinator Daniel Kibago zorgt voor de vertaling. Verschillende ouders maken gebruik van een uitvoerige rondvraag. De headmaster vergeet een verdere vertaling waardoor wij er voor spek en bonen bij komen te zitten.

Duidelijk wordt wel dat de ouders zeer ingenomen zijn met de steun van het Lejofonds. Het slotwoord is aan direteur Spencer. Deze brengt dank uit aan het Lejofonds en wenst het Lejofonds Gods zegen.Daarna volgt een slotgebed.waarbij de zegen wordt afgeroepen over alle aanwezigen.

Geef een reaktie