5. Ondersteuning

We besteden veel tijd aan de Kisimbizi. Dat is niet alleen omdat we willen zien dat de bouw van klaslokalen, keuken en de bouw van de woning voor de headmaster volgens plan verloopt. We bouwen ook aan een goede schoolorganisatie. Ook op die manier ondersteunen we de school.

We ondersteunen ook families en individuele personen. Als die ondersteuning eerder gegeven is, blijven we de mensen volgen om te zien hoe de actuele situatie is. In dit reisverslag geven we daar een paar voorbeelden van.


Dit verslag kent de volgende hoofdstukken:

5.1. Met de billen bloot

We zijn vaak en veel op de Kisimbizi school. En dat heeft niet alleen te maken met de bouw.
We bouwen ook aan een schoolorganisatie.

In reisverslag 3.4. We bouwen aan een school hebben we verslag gedaan van een gebrekkige voorbereiding op het nieuwe schooljaar wat geleid heeft tot een vergadering met het team en een dagje vergaderen met directeur en headmaster in Mukono.

Het Lejofonds investeert veel geld in de Kisimbizi maar dan wil het ook de garantie hebben dat er straks een sterke schoolorganisatie staat.

En dat betekent veel vergaderen. Wij nemen daarin het voortouw. We roepen directeur Spencer en de headmaster ter verantwoording. En geven klip en klaar onze mening. Dat leidt tot beteuterde gezichten. We hebben overleg met de “director of studies”. Hij is verantwoordelijk voor het onderwijs op school en alles wat daarbij komt kijken.

We horen tegenstrijdige verhalen. Dat laten we zien. We moeten naar een stroomlijning toe.
We geven huiswerk aan directeur, headmaster en director of studies. Veel huiswerk.
En dat houdt ook veel vergaderen in.

Daarbij geven we aan wat meer comfort te willen tijdens het vergaderen. Dus niet meer vergaderen in het kleuterlokaal waar je urenlang op kleuterstoeltjes zit wat kramp in je hele lijf veroorzaakt. We vergaderen in de tuin van directeur Spencer. Hij heeft plastic stoelen voor ons weten op te duikelen. Zelf neemt hij genoegen met een houten kruk.

Soms zien we een kleine voorvergadering, zoals bijvoorbeeld tussen coördinator Daniel Kibago, de director of studies en directeur Spencer, waarbij de laatste wat verkoeling en bescherming tegen de zon probeert te vinden in de struiken. Dan weer treffen we Spencer bij de meisjesboarding aan, verzonken in zijn vergaderstukken. Een opdracht aan Spencer heeft ertoe geleid dat hij een duik moest doen in de archiefstukken. Als hij dan wat gevonden heeft, laat hij dat vol trots zien. Het huiswerk leidt tot verschillende presentaties. Meestal is het de director of studies die dat voor zijn rekening neemt. Als er tijd voor is, werkt Leo direct na de een vergadering zijn aantekeningen uit. Voor een vergadering aan bekijken we vaak even de voortgang bij de bouw. Kortgeleden komt directeur Spencer met de director of studies en een vreemd persoon tijdens een rondgang langs de bouw bij Leo staan zonder iets te zeggen.

Leo wacht af en vraagt dan ietwat aarzelend of hij te maken heeft met de broer van directeur Spencer. Het blijkt de inspecteur van onderwijs te zijn. Aan een omhelzing is niet te ontkomen. De inspecteur is razend enthousiast over de bouw op de Kisimbizi. Hij bedankt ons uitgebreid. Daarnaast belooft hij een uitstekend rapport over de school te schrijven.
Wetende dat we een vergadering hebben met de directeur en de headmaster gaat de inspecteur op weg naar een volgende school.

Wij kunnen vergaderen en verder bouwen aan een goede schoolorganisatie zodat een volgende keer de inspecteur weer versteld zal staan.

5.2. Van het kastje naar de muur

In nieuwsbrief 44 vertellen we onder de titel “Zoektocht” het verhaal van het zoontje van de veearts uit Seeta Nazigo waar het Lejofonds jarenlang mee heeft samengewerkt. Het kind heeft hemangioom. Dit is een goedaardige zichtbare verwijding van een kluwen bloedvaatjes. Doktoren in het ziekenhuis achten een operatie noodzakelijk. De kosten daarvan gaan de draagkracht van de veearts te boven. Hij vraagt daarom met succes steun van het Lejofonds.

Uiteindelijk durft het ziekenhuis de operatie niet aan. Daarmee begint een ware zoektocht naar een ander ziekenhuis. De veearts wordt verwezen naar ziekenhuizen in Kenya en India, maar eindigt uiteindelijk bij een ziekenhuis in Kampala. Inmiddels loopt het tegen kerst. Na het kerstreces en dan hebben we het over eind januari kan de veearts terugkomen met zijn zoontje.

We brengen een bezoek aan de veerarts om de stand van zaken te horen en om te vernemen wat er met het geld van het Lejofonds gebeurd is nu een operatie is uitgebleven.

De veearts wacht ons op bij het begin van Seeta Nazigo. Samen gaan we naar zijn huis. Zijn vrouw komt ons met het zoontje, Arfat genaamd, tegemoet. De veearts haalt een heel dossier tevoorschijn en laat ons de laatste scan zien. Het ziekenhuis in Kampala durft de operatie niet aan. In april bezoeken specialisten uit Amerika het ziekenhuis. Daar is nu het wachten op. Zij zullen definitief uitsluitsel moeten geven wat te doen. We krijgen een heel overzicht van alle bezoeken aan de verschillende ziekenhuizen met daarbij de gemaakte kosten. Coördinator Daniel Kibago checkt de totalen. De helft van het door het Lejofonds overgemaakte geld is opgegaan aan consulten, medicatie, scans en transportkosten. We besluiten het overgebleven geld in reserve te houden voor een mogelijke operatie. Inmiddels heeft Herma contact gezocht met Arfat en de twee kunnen het prima met elkaar vinden. Moeder heeft haar werkzaamheden hervat. Maiskolven worden te drogen gelegd in de zon. De oogst valt tegen vanwege grote droogte in de afgelopen periode. Ook in Oeganda zijn klimaatveranderingen zichtbaar.

Op de achtergrond zien we een stapel stenen. Die zijn gemaakt door de veearts. Hij pakt alles aan om wat bij te verdienen. Hij is bankroet door de ziekte van zijn zoontje. We krijgen nog eens de plek te zien waar het om gaat bij Arfat. De plek voelt week aan. Bij de geboorte is direct al zichtbaar dat er iets niet klopt. Voor Arfat heet het allemaal lang genoeg geduurd. Hij gaat zijn eigen gang. Met de veearts hebben we het nog even over een afgesproken tegenprestatie, de verkoop en promotie van green charcoal van het project Green Charcoal Lejofonds.

De verkoop van houtskool is inmiddels gestart. Het bewijs daarvan zien we als we later zijn kantoor voorbij rijden. Door de openstaande deuren zien we de zakken houtskool liggen.

5.3. Timmerman James maakt nu stenen

“Timmerman James slaat de plank mis”. Onder deze titel hebben we vorig jaar verhaald hoe na acht jaar succesvolle begeleiding van de dove jongen James waarbij hij dankzij het Lejofonds een opleiding tot timmerman heeft gevolgd en een eigen werkplaats tot zijn beschikkinh heeft, het uiteindelijk toch nog mis gaat met James na het overlijden van zijn oma.

We willen graag weten hoe het nu met James gaat. Opa willen we nog een foto overhandigen waar hij met zijn overleden vrouw opstaat.

Opa komt ons lachend tegemoet. Hij vertelt dat zijn gehandicapte kleindochter hem er op attent maakt dat er bezoek is. De kleindochter kruipt inmiddels naar ons toe. Opa is duidelijk erg blij met de foto. Het leidt ook tot overpeinzingen. “Het overlijden van een vader of moeder is erg. Maar het overlijden van een echtgenote waar je 54 jaar mee getrouwd bent geweest is verschrikkelijk en laat een grote leegte achter’, zo betoogt opa. Opa ziet er goed uit. Dat is anders geweest. We horen dat hij 2 maanden in het ziekenhuis heeft gelegen. In die periode heeft kleindocher een ongeluk gehd. Haar been is overgoten met kokend water. Opa laat de verwondingen zien. We vragen naar James. Die is niet thuis. Wel woont hij nog steeds iets verderop. Opa begeleidit ons. In het huis waar james nu woont, woonde vorig jaar zijn vader. Vader is verhuisd naar Mukono. James woont er nu. James houdt zich nu bezig met het maken van stenen om zo iets te verdienen. Vorig jaar hebben we al het timmermansgereedschap bij James weggehaald. Opa vertelt dat James gedacht heeft dat hij dit advies aan ons gegeven heeft. James is daar zeer boos over geweest en heeft opa twee maanden lang niet gegroet. We vragen of James nog ambities heeft richting het timmermansschap. Opa denkt van wel. Hij laat zien hoe james met nauwelijks een stuk gereedschap een deur bij hem heeft gerepareerd.

Daniel heeft het gereedschap wat James gekregen heeft nog in bewaring. Opa ziet mogelijkheden als James dichtbij huis weer aan het werk kan gaan zodat hij toezicht kan houden.

We beloven niks. Of toch, we komen terug om James te ontmoeten Opa zwaait ons hartelijk uit. Kleindochter kijkt ons na.

5.4. En weer komen er een paar apen uit de mouw

Vorig jaar hebben we onder de titel “Een garnaal heeft ook een hoofd” het trieste verhaal verteld van Florence en Henri.

Beide kinderen wonen bij vader. Moeder is uit beeld. Als vader plotseling overlijdt, verhuizen de kinderen van de ene dag op de andere naar een tante, tante Jane.

Jane heeft zelf al vijf kinderen. Het kost haar de grootste moeite om haar eigen kinderen al naar school te laten gaan. Florence en Henri zitten gedwongen thuis.

Moeder probeert, samen met de kinderen wat geld te verdienen door het hakken van stenen. Ze wordt echter gedwarsboomd door haar ex-man.

Het Lejofonds schiet te hulp. Het schoolgeld voor het eerste trimester wordt betaald en het Lejofonds schaft twee volwassen varkens aan. Daardoor zal Jane in staat zijn het schoolgeld in het tweede en derde trimester voor Florence en Henri te betalen.

We willen graag weten hoe de situatie nu is en gaan op bezoek bij Jane.

Jane zit buiten met een paar kinderen om haar heen. Henri en Florence ontbreken. Jane haalt een paar krukjes voor ons. Terwijl ze daar mee bezig is, zien we ineens Henri aankomen, glunderend. Hij rent op ons af, duidelijk blij ons weer te zien. Coördinator Daniel Kibago informeert naar de stand van zaken. Terwijl hij aan het woord is, komen een aantal biggetjes aangerend, het kapitaal voor de toekomst. Nu nog speelgoed voor de kinderen. We horen dat het slecht is afgelopen met de varkens van het Lejofonds. Ze zijn plotseling ernstig ziek geworden en zoals dat dan vaker gebeurd, verkoopt men de beesten om toch maar iets geld er aan over te houden.

En dan komt Florence ineens vanuit huis aanlopen. Na het handen schudden, gaat ze zitten. Ze maakt een bedrukte indruk. Dan horen we het hele verhaal. Jane heeft nog niet alle schoolgeld van het laatste trimester van het vorige jaar betaald en dat betekent automatisch dat de kinderen nog niet naar school kunnen. De eerste weken hebben ze dus gemist.

Jane verwacht binnen een paar week over het benodigde geld te kunnen beschikken. Maar dan komt er nog een aap uit de bouw. De school start voor het eerst dit jaar met primary 7 (P7). Men weet dat er dit jaar nauwlettend naar de resultaten van P7 wordt gekeken. Goede resultaten in p7 geven de school een goede naam. De overgangseisen naar P7 zijn daarom misschien wel strenger.

In elk geval is duidelijk dat Florence niet toegelaten wordt tot P7 en P6 moet overdoen.
Daarmee is duidelijk waarom Florence er niet zo enthousiast bij zit.

Florence is 14 jaar en dan nog P6 overdoen. Dat zien we niet zitten. Het lijkt ons beter dat Florence overstapt naar een school voor vocabulary onderwijs waar zij een opleiding kan volgen tot kapster, naaister e.d.

Florence is her daar desgevraagd helemaal mee eens. We gaan op zoek voor een school voor haar.

We betalen alvast het achterstallige schoolgeld voor Henri zodat hij de volgende dag naar school kan.

Met Jane praten we een volgende keer verder over de toekomst

Geef een reaktie