4. Ondernemen
4.1. Er staat iets heel moois te gebeuren
In nieuwsbrief 27 en 28 hebben we aandacht besteed aan EFA.
EFA staat voor Eco Fuel Africa. Het is een Oegandese organisatie die samenwerkt met lokale gemeenschappen in Afrika om boerderij- en huishoudelijk afval om te zetten in schone brandstofbriketten en organische meststoffen.
Stichter van Eco Fuel Africa is Moses Sanga uit Oeganda.
In 2009 reist hij naar zijn dorp om zijn moeder te bezoeken. Onderweg komt hij zijn 12-jarig zusje tegen. Zij draagt een bundel hout op het hoofd. Bij het zien van Moses begint ze te huilen.
Ze vertelt dat ze die dag de school gemist heeft . Ze heeft 10 km moeten lopen om brandhout voor de familie te kopen.
Ditzelfde overkomt miljoenen arme meisjes in Afrika. Ze moeten vaak lange afstanden afleggen om aan brandhout te komen, met alle gevaren van dien.
Afrika wordt zo in rap tempo ontbost. Jaarlijks gaat meer dan 4 miljoen hectare bos verloren. Ontoelaatbaar in de ogen van Moses Sanga. Hij heeft besloten zijn verdere leven te wijden aan het oplossen van dit probleem.
Dit heeft geleid tot de onderneming Eco Fuel Africa ( EFA.)
EFA gebruikt een deel van de opbrengsten om bomen te planten.
EFA werkt volgens het microfranchising model. Een “micro-factory” binnen een “community” creëert tenminste 20 duurzame banen.
We hebben een gesprek gehad met Moses Sanga. Doel daarvan is de mogelijkheden te bezien om tot een samenwerking te komen tussen EFA en het Lejofonds om een werkgelegenheidsproject te starten in Seeta Nazigo en Nkonkonjeru voor de leden van de projecten Goat to Goat.
We zijn tot een principe akkoord gekomen. De eerstvolgende stap is nu dat mensen van EFA ons werkgebied gaan verkennen om te bezien of de omstandigheden de haalbaarheid van een project niet belemmeren.
Verder zullen er vergaderingen belegd worden met de leden van de projecten Goat to Goat voor een eerste kennismaking. Het Lejofonds krijgt uiteindelijk een rapport met de bevindingen van de EFA vertegenwoordigers. In dit rapport is ook een kostenplaatje opgenomen.
Over ruim een week zijn de bijeenkomsten met de leden van de projecten Goat to Goat. Dan weten we meer. Er staat iets heel moois te gebeuren.
Het gesprek met Moses Sanga was bij hem thuis. Naderhand lopen we het erf rond.
Daar liggen de nodige briketten te drogen.
In een schuur worden de briketten verpakt.
4.2. Faizal gaat naar school. Een hele onderneming!
In reisverslag 1 verhalen we over de ontmoeting met Faizal, een dove jongen van zeven jaar, die nog nooit een school van binnen heeft gezien. Hij heeft het daar best moeilijk mee. Al zijn vriendjes gaan naar school. Voor hem is die mogelijkheid er niet.
We besluiten dat Faizal met steun van het Lejofonds een kans op onderwijs moet krijgen.
Dat betekent dat hij naar de dovenafdeling gaat van de Bishop Westschool in Mukono en daar intern zal zijn.
Bij de Bishop Westschool halen we een papier op waar alle benodigdheden op staan die aangeschaft moeten worden, wil je toegelaten worden. En dat is nogal wat. Twee binnenvegers, twee buitenvegers en daarnaast nog een “luiwagen”. Het lijkt erop dat schoonmaken een belangrijk onderdeel is van het lesrooster.
Vier staven zeep elk bestaande uit vier blokken zeep. Daarnaast nog een kilo waspoeder. En dit alles voor 1 trimester!
De haren van elk kind zijn gemillimeterd om luisproblemen e.d. te voorkomen. Toch is de aanschaf van een kam noodzakelijk. En scheermesjes! We weten inmiddels dat scheermesjes multifunctioneel zijn. Je kunt er de potloden mee aanscherpen, maar ook de nagels worden er mee “geknipt”.
We kunnen dus boodschappen doen. De meest onlogische dingen op de lijst laten we achterwege.
Alle inkopen gaan in een metalen kist, die Faizal straks bij zich heeft. Op de binnenkant van de deksel hebben we enkele foto’s geplakt.
Daniel, onze coördinator heeft Faizal met zijn pleegmoeder en halfbroer opgehaald op een afgesproken plek in Mukono. Nu worden wij opgehaald.
Faizal loopt op te kleine voetbalschoenen. Zijn hakken steken boven de schoenen uit. Gelukkig hebben we ook schoenen gekocht naar zijn maat. Lopen is niet langer een probleem.
We brengen alle spullen naar de auto. Vlak voor vertrek loopt Faizal naar de omheining. De spanning loopt op voor hem. Hij moet een plasje plegen.
We melden ons bij Veronique, het hoofd van de dovenafdeling. Zij doet een onzinnig testje en besluit dat Faizal naar de pre-school moet.
Daar waren wij al bang voor. We willen Faizal in primary 1 geplaatst hebben. Na het nodige gesoebat wordt Monica, de leerkracht van groep 1 erbij gehaald. Die kennen we nog beter. En dus lukt het ons Faizal in groep 1 geplaatst te krijgen.
Monica zoekt direct contact met Faizal. Voor ons is het verbazend te zien hoe goed Faizal de gebarentaal van Monica verstaat, terwijl hij geen gebarentaal geleerd heeft.
Monicia kijkt aandachtig naar de gezichtskenmerken van Faizal. Dit is de basis om Faizal een naam in gebarentaal te geven.
Faizal is al die aandacht van de volwassenen niet gewend. Hij wordt zichtbaar verlegen. En de kermis is nog lang niet afgelopen.
We gaan naar de auto om alle spulletjes uit te laden. Daarna is het in optocht naar de administratie.
Daar mogen we voor Faizal het schoolgeld betalen.
Vervolgens wordt gecontroleerd of alles spulletjes die zijn voorgeschreven daadwerkelijk zijn aangeschaft. Kennelijk durft Veronique geen nieuwe confrontatie met ons aan, want alles wordt goedgekeurd.
Nu kunnen we naar het kantoor van de adjunct-directeur. Dit blijkt tevens de uniformenafdeling te zijn. De adjunct-directeur haalt stapels kleren tevoorschijn waaruit uiteindelijk uniformkleding van de juiste maat tevoorschijn komt.
De optocht zet zich weer in beweging op weg naar de laatste halte, de jongensslaapzaal. Daar wordt een bed voor Faizal opgemaakt. In een hoekje moet Faizal zich omkleden. Hij moet nu een uniform aan. Faizals broer helpt hem daarbij. In zijn uniform lijkt het of Faizal gekrompen is.
Er staat een veel kleiner ventje voor zich. Of is Faizal zijn laatste stukje zekerheid verloren en moet hij op zoek gaan naar een nieuw houvast.
Het is tijd om afscheid te nemen. Dat gaat anders dan bij ons. Van een omhelzing of een kus is geen sprake. Moeder zwaait even kort vanuit de verte. Broerlief geeft een bemoedigende tik. Dat is alles.
Faizal krijgt een bord pap. Hij kan bijkomen van alle emoties.
Vijf dagen later is het “parents day”. We zijn benieuwd hoe het Faizal is vergaan. Dus is het op naar de Bishop Westschool. We nemen nog een paar vergeten spulletjes voor Faizal mee.
Wanneer we bij school aankomen werkt de tam-tam razendsnel. Verbazingwekkend hoe snel de dove kinderen weten voor wie we komen.
Ze “gidsen’” ons naar Faizal. Hij ziet er goed uit.
Met Faizal gaan we naar Monica, zijn leerkracht.
Van Monica krijgen we te horen dat Faizal geïnteresseerd is in schoolzaken maar dat nog veel langs hem heen gaat omdat hij de “pre-school-class” gemist heeft. Maar ze heeft er vertrouwen in dat ze stapje voor stapje Faizal de nodige kennis kan bijbrengen.
We gaan naar de slaapzaal om o.a. een deken te brengen. Er hangen nu de nodige muskietennetten boven de bedden.
Dat is wel eens anders geweest. “Parents day” zal daar ongetwijfeld een steentje aan hebben bijgedragen.
Tot onze grote vreugde zien we (pleeg)moeder en broer van Faizal aan komen lopen. Het weerzien met Faizal is allerhartelijkst om niet te zeggen ontroerend.
In de klas bekijkt men samen de leerresultaten van Faizal
Met moeder hebben we afgesproken dat zij lid wordt van het project Goat to Goat van het Lejofonds en straks ook deelneemt aan het tentenproject in Nkonkonjeru. Daarmee zal zij op den duur genoeg inkomsten verkrijgen om zelf garant te staan voor het betalen van het schoolgeld voor Faizal.
4.3. Gelukkig met Afripads maar het blijft een geheim!
Afripads is een pakketje wasbaar maandverband ontworpen om effectieve en hygiënische menstruele bescherming te bieden voor maximaal één jaar (12 cycli). De Afripads zijn comfortabel, kostenbesparend en milieuvriendelijk.
In 2014 hebben we Afripads als proef beschikbaar gesteld voor de meisjes op het internaat van Gods Glory. Een kort verslag van een leerkracht leert dat “The demand for the pads by the girls has been alarming”. Zie nieuwsbrief 27!
N.a.v. dit bericht komen gelden binnen die de aanschaf van 65 sets Afripads mogelijk maken.
Onderzoek op zowel de Gods Glory nursery and primary school en de Kisimbizi primary school maakt duidelijk dat dit aantal genoeg is om alle meisjes die daarvoor in aanmerking komen te bedienen.
Voor het bijwonen van een vergadering met ouders zijn we op de Kisimbizi primary school. Met de “headmistress” maakt Herma een afspraak om daarna met de meisjes die in aanmerking komen voor Afripads een gesprek te hebben.
Herma wil iets meer te weten te komen over de huidige omstandigheden.
Wanneer Herma het lokaal binnenkomt zitten de meisjes samen met een “headmistress” in een kring, dicht tegen elkaar aan.
Herma geeft aan waaarom ze hier is en heeft een aantal vragen.
Het is duidelijk dat de meisjes het erg moeilijk vinden om over hun “monthly periode’ te praten.
Als Herma over eigen ervaringen vertelt, hangt men aan haar lippen. De lichaamstaal verraadt dat de verhalen herkenbaar zijn.
De eerste menstruatie blijkt voor velen een schrik te zijn. Het is een onverwachte gebeurtenis. Bij het zien van bloed is het huilen geblazen. Moeder is nu verplicht meer duidelijkheid te geven.
De menstruatie wordt zoveel mogelijk verborgen gehouden voor broertjes of zusjes.
Vodden dienen als maandverband. Na gebruik worden de vodden gewassen en opnieuw gebruikt.
Wordt een meisje ongesteld tijdens de les dan kloppen ze voor hulp aan bij de headmistress. Deze heeft niets klaarliggen en gaat dan op zoek naar wat lappen of vodden.
Herma deelt de Afripads uit.
Iedereen is erg blij met de Afripads.
Een drietal leerlingen durft er niet mee naar buiten te gaan. Ze geven de Afripads af aan de headmistress.
1 leerling stopt haar pakket in haar sokken.
Alle anderen verstoppen de Afripads in hun uniform.
Wanneer de meisjes naar buiten gaan. is er geen pakketje Afripads te zien.
Daarvoor vraagt Herma of ze het op prijs stellen nog eens een vervolggesprek te hebben. Het antwoord is eensgezind YES, met hoofdletters.
4.4. Een dag op de Kisimbizi primary school
Er staat een dagje Nkonkonjeru op het programma. De waterpompinstallatie voor de Kisimbizi primary school wordt aangelegd. Na een week krijgen we het verrassende bericht dat het waterniveau al bereikt is. We moeten een en ander verder op beeld vastleggen.
Wanneer we bij de school aankomen, valt onmiddellijk op dat de kinderen nieuwe uniformen aan hebben.
Met dank aan het Lejofonds. Of liever gezegd met dank aan de kinderen van de Jozefschool op Texel. Zij hebben via de Vastenactie 2014 de gelden daarvoor bijeengebracht.
Bij de werkplek kijken we in het diepe gat dat gegraven is.
Tot onze verbazing zien we dat de stenen muur al tot grote hoogte gemetseld is. Hier is hard gewerkt.
Mister Spencer heeft ons inmiddels op zijn eigen wijze, enthousiast vriendelijk, begroet. Er wachten verschillende ouders op ons. Dat aantal groeit. Zij zijn speciaal gekomen om ons te bedanken voor alles wat het Lejofonds gedaan heeft voor de school en de gemeenschap.
Stiekem denken we, eigenlijk weten we het wel zeker, dat iemand de ouders heeft ingefluisterd te komen. We weten ook wel wie.
We hebben een geanimeerd gesprek met de ouders.
Duidelijk is dat de nieuwe school die vorig jaar tot stand is gebracht dankzij het Lejofonds aantrekkingskracht heeft op ouders. Dat “muzungu’s (blanken) betrokken zijn bij de school wordt ook als voordeel gezien.
Met directeur Spencer maken we vervolgens een rondje langs de klassen. Bij P7 vragen we wie ons iets kan en durft te vertellen over zijn of haar dagelijkse leven. Het blijft een poosje stil. Na de nodige aanmoedigingen gaat er aarzelend een vinger de lucht. En even later nog een paar. Het lijkt ons prima een gesprek te hebben met deze drie kinderen.
Maar dan blijkt ineens dat de hele klas mee wil doen. We maken een kringopstelling.
We vragen naar gewone dingetjes zoals de tijd van opstaan, de afstand naar school, de bezigheden in de vrije tijd.
Het blijkt toch nog moeizaam om tot een echt gesprek te komen. Duidelijk wordt wel dat veel kinderen erg vroeg opstaan. Teveel kinderen gaan zonder eten naar school waar ze dan met een rammelende maag zitten. Vaak moet er een grote afstand overbrugd worden. Er is een leerling die ruim 1 ½ uur tot 2 uur moet lopen om bij school te komen. De school stopt om vijf uur ’s middags. Als je dan nog zo’n afstand moet lopen, kom je thuis als het al donker wordt.
We zijn ook speciaal voor de kleuterklas gekomen. Met het meubilair van het Lejofonds en ook het opgehangen leer – en plaatmateriaal ziet de klas er al on-Oegandees mooi uit.
Toch wil we het lokaal nog verder verfraaien.
Op de achterwand schilderen we twee giraffen en een meisje met een paraplu.
De speciaal voor deze klus gekochte kwasten zijn van een dergelijke kwaliteit dat we de aangebrachte belijningen niet volledige durven in te “kleuren”. Daarvoor zijn betere kwasten nodig. En dus krijgt ons bezoek aan de Kisimbizi primary school een vervolg.
Een paar dagen later, het is zondag, zijn we terug op de Kisimbizi primary school.
Ook op zondag gaat het werk voor de waterpompinstallatie gewoon door. Daar nemen we allereerst een kijkje. Het blijft fascinerend om te zien hoe men te werk gaat.
Maar de schilderingen wachten. Met nieuwe, geschikte kwasten kan het karwei geklaard worden. We maken er zelfs nog nieuwe schilderingen bij.
Tijdens het schilderwerk krijgen we alle aandacht van de kinderen die op de “boarding’ zitten. Dat verandert als Hermal loombandjes tevoorschijn haalt en uitlegt wat de bedoeling is.
Voor de kinderen bestaan er nu alleen maar loombandjes. Er wordt keihard gewerkt.
Het is doodstil in het lokaal. Van de weeromstuit fluisteren de kinderen als ze iets te zeggen hebben.
Af en toe bewonderen we de resultaten. De kinderen zijn apetrots.
De pret is uit als al het meegebrachte materiaal op is. In ons huis in Mukono hebben we dankzij een gift uit Nederland nog dozen vol loombandjes staan. Wat kunnen we daar nog veel kinderen een plezier mee doen.
4.5. Facebook
Tussen de periode dat reisverslagen uitkomen, publiceren we korte berichtjes, vergezeld van een foto op Facebook.
Het Lejofonds bouwt toiletten
Het Lejofonds houdt het project Goat to Goat om te komen tot een structurele verbetering van het inkomen van de leden. Daardoor zijn de leden in staat schoolgeld voor de kinderen te betalen. Onderwijs wordt mogelijk.
Education is the most important weapon to change the world
(Nelson Mandela)
Ziek zijn kost veel geld aan behandeling en medicatie. Voorkomen van ziekten is erg belangrijk om te vermijden dat de inkomensverbetering te niet wordt gedaan.
Hygiëne is noodzaak. Een goede w.c. is van belang, evenals het bezitten van een “badruimte”.
Het Lejofonds maakt de bouw van een toilet annex “badruimte” mogelijk voor leden die in dat opzicht in een onmogelijke situatie verkeren.
Water halen
Overal zie je mensen met jerrycans sjouwen.
Water moet vaak van ver gehaald worden.
Als deze jongen thuis is, zal de jerrycan misschien half leeg zijn.
Maar hij heeft dan genoten van een lekkere douche.
Het Lejofonds neemt een kijkje in de toekomst
Vandaag bezoeken we een school met de naam “Brainstorm”.
Het motto van de school is “Always forward”.
Deze leerlingen zijn hun tijd vooruit. Het lijkt of ze een voorschot nemen op de toekomst: Voor altijd de jouwe!