3.1. Gevolg van My Book Buddy: Bijles voor leerkrachten

In een eerste vergadering op Aunt Kevin nursery and primary school over My Book Buddy hebben we aangegeven dat het de bedoeling is dat de leerkrachten zelf de kasten van My Book Buddy verven. Navraag leert dat geen van de leerkrachten ooit een verfkwast in handen heeft gehad. Dat belooft wat.

De kasten zijn al eerder besteld bij de timmerman. Herma heeft aangegeven graag het voorfront van elke kast mee naar huis te willen nemen om deze alvast in de grondverf te zetten.

Wanneer we de voorfronten ophalen bij de timmerman zien we dat de timmerman al aardig gevorderd is met de kasten. Thuis wordt alles in de grondverf gezet. Herma heeft sjablonen.
De letters van de woorden My Book Buddy worden nu op de voorfronten getekend. Daarna wordt de vlakverdeling aangebracht.

Herma maakt een begin met verven. Het eerste vlak, de zijkanten en buitenrand worden geverfd. We vervoeren alles naar school en stallen de voorfronten uit in de “staf room”.
Het is nu tijd om schilderles te geven. Herma heeft een voorbeeld bij zich waarop te zien is welke vakjes welke kleur moeten krijgen. Er zijn verschillende soorten kwasten. De leerkrachten krijgen uitleg waarom. Na gebruik krijgt kwasten met dezelfde kleur verf een eigen “opbergpotje”.

Na een uitvoerige uitleg kan het verven beginnen. Wie durft als eerste te beginnen? Alle leerkrachten nemen een afwachtende houding aan. Dan neemt de directeur het voortouw en zet de eerste verfstreken. En als er een schaap over de dam is ………… Het team verft. Ze hebben er duidelijk lol in. We laten ze alleen, want we hebben een vergadering met de aannemer. Na de vergadering nemen we nog even een kijkje. Geweldig, er wordt enthousiast geverfd.

Te enthousiast, want we zien overal druppen verf op de grond. Tijd voor bijles. Herma instrueert hoe je de kwast in de verf doopt en daarna afstrijkt aan de rand van de pot om het gesignaleerde euvel te verhelpen. De leerkrachten, nu in de rol van leerling, luisteren aandachtig naar de instructies en nog belangrijker, ze volgen die op.

Tsja en als er dan net geverfd is, moet je zorgen dat de verf niet in aanraking komt met je kleding. Deze instructie is niet gegeven en dat heeft gevolgen.
Sara heeft een flinke verfvlek op haar kleding. Ze kan er zelf nog wel om lachen.
Na een paar dagen komen we terug op Aunt Kevin. In de lerarenkamer treffen we vervende leerkrachten aan, alsof ze de afgelopen paar dagen niets anders gedaan hebben. Men is flink gevorderd. Tijd voor complimenten.

Opvallend blijft het vasthouden van de kwast en het verven met een hand op de rug. Het maakt niet uit, als het resultaat maar goed is. En dat is het. Nu is het de vraag wanneer de kinderen op Aunt Kevin hun eerste verf les krijgen.

3.2 Kleur bekennen

In 2016 heeft het Lejofonds drie lokalen, een ‘shade’ en een keuken gebouwd voor de Aunt Kevin nursery and primary school. Bestaande gebouwen zijn gerenoveerd. Tijdens ons verblijf in Oeganda in 2016 is men niet meer toegekomen aan het verven van de gebouwen. Wel hebben toen wel een kleurkeuze bepaald. We schrikken bij het zien van toegezonden foto’s na het verven. De onderrand van de muren is erg donker uitgevallen. Het oogt somber. De uitstraling moet vrolijker.

Dit jaar zal de onderrand overgeverfd worden in een lichtere blauwe kleur.

Er is nu een omheining geplaatst rond het schoolterrein. Opnieuw staan we voor een kleurkeuze. We komen er niet direct uit. In overleg met de aannemer nemen we uiteindelijk een beslissing.

En weer is het schrikken als we bij de school aankomen en we zien de kleur van de omheining. De kleur is nu te opvallend. Je ziet eerst een hekwerk en dan pas de gebouwen. Het hek moet niet te opvallend zijn. We vinden de kleur niet passen in de natuurlijke omgeving. Het blijkt dat de aannemer nummers van de kleur verwisseld heeft.

Overleg met de aannemer volgt over een andere kleur. Maar eerst laten we hem de schilder stoppen met het verder verven van de omheining. Voor het plaatsen van de omheining hadden koeien van de buurman vrij toegang tot het schoolterrein. Spelende kinderen belandden dan ook regelmatig in een koeienflats. Met de omheining is dat probleem verleden tijd. Dat is echter alleen zo, als de poort gesloten blijft. Dat is niet altijd het geval. We zien dan ook het vermakelijk tafereel dat de headmaster achter koeien aan holt om ze van het schoolterrein af te krijgen.

Voor de keuken willen we een aantal zitjes naar een ontwerp dat we eerder bij een school gebruikt hebben. We hebben de aannemer foto’s van ons ontwerp gegeven. Hij heeft de school bezocht waar ons ontwerp gerealiseerd is. Het is allemaal duidelijk. Het komt voor de bakker, zo te zeggen. Maar als we de werkzaamheden zien, herkennen we ons ontwerp niet terug. Dus vragen we de aannemer om een verklaring. Die heeft het ontwerp op eigen initiatief veranderd zonder verder overleg. Daar zijn we bepaald niet blij mee. Alles afbreken en opnieuw beginnen gaat ons ook te ver. Na enige aanpassingen gevraagd te hebben laten we de aannemer verder zijn gang gaan.

De bouw van de nieuwe lokalen en de gemeenschapsruimte vordert. Het is erg warm. Sommige bouwvakkers beschermen op originele wijze hun hoofd tegen de brandende zon. De vaart zit er goed in. Dat blijkt ook als we een paar dagen later terugkomen. De muren zijn opgetrokken tot boven raamhoogte. De school is weer begonnen. En dat betekent dat de kok druk is in zijn nieuwe keuken. In de pauze krijgen alle kinderen van de nursery een beker pap. Dan worden we uitgenodigd voor een korte vergadering. Het bestuur van de school heeft een kleermaakster uit Kampala uitgenodigd. Op uitnodiging hebben we vorig jaar het voorstel gedaan voor een nieuw schooluniform. Nu blijken de oranje strepen op de stof te snel te verkleuren. Er is een alternatief nodig. Behalve het advies van de kleermaakster stelt men ons advies zeer op prijs. We houden ons eerst wat op de vlakte. Maar uiteindelijk krijgt ons voorstel van een effen oranje shirt, een Hollands tintje dus, algemene instemming.

3.3 Doof en stom

Faizal is een dove jongen. Vader is niet in beeld. Moeder heeft het kind gedumpt toen het vijf maanden oud was. Buurvrouw Christine fungeert nu als pleegmoeder. In 2015 ontmoeten we Faizal voor het eerst. Hij heeft nog nooit een school van binnen gezien. Het Lejofonds brengt daar verandering in. Faizal kan nu onderwijs volgen op de Bishop West school in Mukono. Onder de titel “Faizal gaat naar school. Een hele onderneming” hebben we verslag gedaan van Faizals eerste schooldag. Het Lejofonds wil alleen tijdelijke ondersteuning geven. We overleggen in 2016 hoe Christine een inkomen kan verkrijgen, zodanig dat ze het schoolgeld voor Faizal kan betalen. Christine wil varkens fokken. De stal is in slechte toestand. We zorgen voor een goede stal, leveren krachtvoer en stellen een fokschema op. Daarbij spreken we af dat het Lejofonds nog het schoolgeld betaalt voor de eerste twee trimesters. Christine betaalt vanaf het derde trimester het schoolgeld.

Tijdens ons verblijf nu komen er een aantal apen uit de mouw.
Christine heeft Faizal aan het begin van het derde trimester naar school gebracht. Op de vraag van de school naar schoolgeld geeft Christine niet thuis.
Zij verwijst de school naar het Lejofonds. We worden nergens van op de hoogte gesteld. Faizal zit dus het derde trimester weer thuis.

We gaan nu verhaal halen. Christine houdt zich onnozel, misschien is ze dat ook wel. Het schooljaar is inmiddels begonnen en Faizal is nog thuis. We roepen Christine ter verantwoording. Christine geeft aan dat ze binnenkort geld van iemand verwacht waardoor het schoolgeld voor Faizal betaald kan worden.
Faizal laten we weten dat hij binnenkort weer naar school kan gaan. Hij begrijpt onze boodschap en is er zichtbaar blij mee.

Op de terugweg vertelt Daniel Kibago dat er een reorganisatie heeft plaatsgevonden op de Bishop Westschool. De dove kinderen gaan er niet langer naar school, maar naar een school een paar kilometer verderop. Het fijne weet hij er niet van. Hij belt Monica, de leerkracht van Faizal. Monica kennen we al jaren door het eerder zenden van dove kinderen naar school. Het Lejofonds heeft haar ondersteund door het verstrekken van meubilair en leermiddelen.

En daar komen de volgende apen uit de mouw. In het derde trimester heeft Monica Faizal en Falouk, een andere dove jongen, ook “klant’ van het Lejofonds, ingeschreven voor een beurs. Daarvoor moet Christine zich vervoegen bij de nieuwe dovenschool en de Nad, de United National Organisation of the Deaf, de organisatie die de beurs verstrekt. De beurs is geldig voor vijf jaar. De moeder van Falouk is niet bereikbaar en Monica vraagt aan Christine de informatie ook door te geven aan de moeder van Falouk.

Christine heeft deze enorme kans niet met beide handen aangegrepen, zo verhaalt Monica. Ze bleef doof voor de verzoeken van Monica naar de school te komen. Christine gaf als reden dat ze de vervoerskosten van in totaal vijf euro niet kon betalen en daarom dit geweldig aanbod heeft laten lopen. Het besef is er niet dat dit een buitenkans is. Hoe dom kun je zijn?

Monica geeft aan dat zij nog geen vervangende namen heeft doorgegeven aan betreffende organisatie, maar dat binnen enkele dagen moet doen.
We keren direct terug naar Christine. Daniel eist dat ze zich de volgende dag alsnog met Faizal meldt bij school en organisatie. We betalen de vervoerskosten om er zeker van te zijn dat ze gaat. En we vertellen met nadruk dat ze verplicht is te gaan. We rijden nu door naar Falouk om te horen hoe men omgegaan is met het fantastische aanbod van een beurs. Falouks moeder weet nergens van. Christine heeft niets doorgegeven, alhoewel ze elkaar regelmatig tegen komen. Om gek van te worden. Ook hier regelen we dat Falouk met zijn moeder zich de volgende dag melden.

De volgende dag verblijven we de hele dag op de “factory” van het project Green Charcoal Lejofonds. We hebben er intensief overleg met de deelnemers aan het project. Op de terugweg naar Mukono komt pas de vraag hoe is het onze dove jongens vergaan?

Daniel belt Christine. Christine heeft zich gemeld bij de school en daarna de organisatie. Daarna zou ze terug moeten naar school om verslag uit te brengen. Dat laatste nu is niet gebeurd. Christine hangt een warrig verhaal op over de afstand die tegengevallen is, dat er op een bepaald stuk geen boda boda (brommertaxi) te vinden was waardoor ze moesten lopen. Ze had de hele dag al niet te eten gehad. Ze had daarom besloten terug naar huis te gaan.

Monica neemt nu de volgende dag contact op met een vertegenwoordiger van de NAD. Hij bevestigt dat Christine en de moeder van Falouk op bezoek zijn geweest. Het aanbod van de beurs is geldig voor de duur van 5 jaar zolang de ouders/verzorgers zelf 100.000 shilling, ongeveer 25 euro per trimester bijdragen.

Christine blijkt al aangegeven te hebben dat zij de bijdrage te hoog vindt en gratis onderwijs wil voor Faizal. Ongelooflijk!

Dus gaan we morgen weer op bezoek bij Christine.

Geef een reaktie