Ineenstorten en verdampen
We hebben veel respect voor Henri, de hardwerkende man met drie banen uit verslag 6. Ondanks een haperende gezondheid blijft hij keihard werken – of moeten we zeggen keihard vechten? – om zijn vrouw, die in verwachting is en zijn kind die vanwege de kosten niet bij hem thuis woont, een betere toekomst te geven.
Henri is voor ons ook een voortreffelijke coördinator betreffende de organisatie om een operatie voor Ramazan mogelijk te maken.
We besluiten Henri een mikro-krediet te geven waardoor het voor hem mogelijk wordt een timmerbedrijfje met zijn broer te beginnen of het winkeltje van zijn vrouw wat uit te breiden. De keus is aan Henri.
Om zijn idealen te verwezenlijken probeert Henri geld te sparen. Hij heeft nu 43 euro bij elkaar. Henri beseft echter dat er maar iets onverwachts hoeft te gebeuren of het spaargeld verdampt. Misschien kan hij nu via het mikro-krediet een buffer vormen.
Henri neigt ernaar zijn vrouw te ondersteunen en het mikro-krediet te gebruiken om het winkeltje wat uit te breiden.
Het moment lijkt ons daarvoor niet geschikt. Zijn vrouw is bijna uitgeteld. Gelijktijdig gezins- en winkeluitbreiding is geen gelukkige combinatie.
Henri is zichtbaar blij en ook opgewonden over de mogelijkheid die wij hem bieden. Hij zal goed nadenken over de te maken keuze en dit overleggen met zijn vrouw.
De volgende ochtend worden we tegen de middag uit een vergadering gebeld. Henri is aan de lijn. Er is paniek. Hij heeft zojuist zijn vrouw naar het ziekenhuis gebracht. Ze heeft vreselijke krampen.
Er moet een scan gemaakt worden. Dat betekent verhuizen naar een ander ziekenhuis, dat betekent ook hoge kosten maken om de vereiste hulp te krijgen. “I need your help!” Het is voldoende om ons naar het ziekenhuis te spoeden.
Daar horen we dat de dokter geen harttonen hoort. De radioloog is opgeroepen voor een scan.
We zitten met Henri op de gang te wachten als de radioloog naar buiten komt en plompverloren tegen Henri zegt dat de baby dood is om eraan toe te voegen dat hij zich sterk moet houden.
Er stort een wereld in.
Het is nu wachten op de bevalling. Er zal een dood kind gebaard worden. De cultuur wil dat het kind direct na de geboorte begraven wordt op het land van de familie. Dat betekent in dit geval drie tot vier uur reizen.
Naast het verdriet maakt Henri zich grote zorgen hoe hij de kosten van het ziekenhuis moet betalen. Die zorgen nemen we weg. Het Lejofonds is er.
We vragen Henri of we verder iets voor zijn vrouw kunnen doen, een bloemetje kopen misschien? Henri geeft aan dat hij dan liever heeft dat we een paar onderbroeken kopen. Daar heeft ze meer aan. Gezamenlijk gaan we naar de markt om daar zes onderbroeken voor drie euro te kopen. Op de markt is de gulden tenslotte een daalder waard.
De bevalling laat op zich wachten. Er wordteen infuus aangelegd. Langzamerhand ontstaat het besef dat er een gevecht begint om moeder in leven te houden.
Wanneer we ‘s avonds het ziekenhuis verlaten, lijkt een bevalling aanstaande.
‘s Morgens worden we uit bed gebeld. Er is geen verandering in de situatie. Het ziekenhuis kan niets meer doen. Een ziekenhuis in Kampala moet uitkomst bieden.
Henri heeft vervoer aangeboden gekregen,maar geld voor benzine is er niet. Niet om naar het ziekenhuis te gaan, niet om de baby te begraven op de vereiste plaats.
En dus spoeden we ons weer naar het ziekenhuis. Inmiddels hebben zich een paar familieleden gemeld en ook de pastor van de kerk is aanwezig.
We regelen de kosten van het vervoer en het hele gezelschap kan op weg naar Kampala.
Dat betekent voor de vrouw van Henri nog een uur zitten in een hobbelend busje daar waar in Nederland een ambulance vereist zou zijn.
Aan het eind van de middag meldt Henri zich weer. Het is de doktoren nog steeds niet gelukt het kind te halen. Henri maakt zich grote zorgen. Een operatie is de laatste optie. Daar wil men nog niet aan. Men is bang voor infectie.
Op straat komen we de radioloog tegen . We geven hem de laatste informatie. De situatie is duidelijk kritiek. Het zal toch niet………….
Om acht uur komt het verlossende telefoontje. “The dead body is out!”.
Het gezelschap maakt zich direct daarna op voor een lange reis naar het familieland. Daar zal bij zonsopgang de begrafenis plaatsvinden. Moeder zal dat niet meemaken. Zij blijft achter in het ziekenhuis.
Een paar dagen later zien we Henri weer bij Hotel Deira. Het hotel heeft hem gesommeerd weer aan het werk te gaan anders verliest hij zijn baan. Henri noemt ons helden. Zonder onze hulp was zijn vrouw niet meer in leven.