2. Het echte werk is nu begonnen!
2.1. Eind goed, al goed.
We zijn erg druk bezig geweest met de voorbereidingen om een begin te maken met de “borehole “ voor de waterpomp op het terrein van Gods Glory nursery and primary school.
Ook om aan verf te komen voor het verven van de kasten van “My Book Buddy” vergde de nodige inspanningen. Het lijkt simpel, even verf bestellen in een shop. Maar wat wij eenvoudig vinden, daar doet men hier moeilijk over. Bestel je muurverf dan krijg je olieverf, bestel je rood dan moet je eigenlijk tevreden zijn met oranje.
Onze vaste timmerman tipt ons over een goede aannemer die de klaslokalen van groep 4,5,6 kan afbouwen. Nu staan er enkel de muren overeind.
We hebben diverse bijeenkomsten met de aannemer gehad. De communicatie blijkt erg moeilijk. De aannemer zegt telkens ja wanneer hij nee bedoelt en omgekeerd. We willen een bankgarantie.
We krijgen de toezegging. Maar uiteindelijk blijkt het toch niet mogelijk.
De garantie van de aannemer bestaat uit het meebrengen van een politie-agent. We weten inmiddels uit eigen ervaring dat dit geen enkele garantie biedt. We haken af.
De besprekingen met de aannemer voor de “borehole” verlopen heel anders. Erg soepel, We verstaan elkaar direct. Er wordt een goed contract samengesteld met daarin opgenomen een jaar garantie voor het geboden werk. We gaan in zee met Sam & Group Water Solutions.
Wanneer we met Sam bekijken waar de “borehole’ moet komen, geven we aan dat we de waterpomp willen beschermen met een muur. “Dat wordt dan mijn volgende project”, zegt Sam tot onze verbazing. Navraag leert dat hij niet alleen waterpompen slaat maar ook allerlei ander constructiewerk doet. Bouwen van scholen is hem niet onbekend.
We vragen berekeningen voor de afbouw van de drie lokalen. Die krijgen we. Het ziet er allemaal goed uit. Ook het geven van de gewenste garantie is geen enkel probleem. En dar betekent dat we een stapel bankbiljetten op tafel leggen om allereerst een dakbedekking aan te brengen.
En zo komt alles samen. We gaan naar Seeta Nazigo om een begin te maken met het verven van de kasten van My Book Buddy. We rijden met Sam mee. Hij gaat vandaag een begin maken met de borehole.
Verder zal hij de nodige voorbereidingen treffen om de volgende dag te beginnen met de afbouw van de drie lokalen.
Het dagje Seeta Nazigo is een geweldige ervaring. De leerlingen van Gods Glory vinden alles geweldig interessant en volgen ons op de voet.
Wij op onze beurt volgen de eerste gravingen voor de “borehole” .
Het is ontzettend heet en dan staat daar een beer van een kerel zonder een krimp te geven te graven.
Steeds dieper. Uiteindelijk moet hij de grond boven zijn macht uit de kuil slingeren. Indrukwekkend.
Zelf zijn we bezig met een begin te maken met het verven van de kasten. Het is een hele klus. Het is fantastisch dat we na schooltijd hulp krijgen van verschillende leerkrachten.
Geweldig. Dit is niet vanzelfsprekend. In Oeganda komt men alleen in beweging als er ergens geld mee is te verdienen.
Een dagje verven op Gods Glory betekent ook dat wij uit de verschillende klassen de klassikale dreunen horen van kinderen die na moeten zeggen wat de leerkracht even daarvoor heeft voorgezegd. Het lijkt ons stierlijk vervelend. Heel verfrissend is het dan te zien hoe een leerkracht met de leerlingen buiten spelletjes speelt als een vorm van een gymles.
Al met al in de hitte een vermoeiende dag. We zijn blij dat we tegen vijven met Sam, de aannemer mee terug kunnen rijden naar Mukono.
Daar wacht een verfrissend pilsje. Onderweg blijkt dat we daar toch iets langer op meten wachten. De auto heeft een lekke band.
Een reserveband is niet voorhanden, die ligt ter reparatie in Mukono.
En dus worden er hulptroepen uit Mukono opgeroepen.
Uiteindelijk bereiken we Mukono, maar niet zonder slag of stoot. Voor Mukono worden we nog getrakteerd op een enorme file.
Maar eenmaal in Mukono trakteren we onszelf op een pilsje, de voor ons beroemde Nile Special. Vaak vragen ze ons of we ons pilsje warm of koud willen. “Ijskoud”, zeggen we nu uit onszelf.
Het pilsje gaat sissend naar binnen.
2.2. Om twee uur afspreken, na zevenen aankomen
Je wilt veel doen. Dus worden er meerdere vergaderingen en ontmoetingen per dag georganiseerd.
Om 10 uur starten we met een overleg met de timmerman over het maken van een drietal kasten voor Gods Glory. Uit eerdere ervaringen weten we dat we hem persoonlijk moeten spreken om misverstanden te voorkomen.
Om 11 uur hebben we afgesproken met directeur Stephen van Gods Glory. Samen zullen we naar een advocaat gaan om een contract te laten opstellen waardoor de investeringen die het Lejofonds doet voor zijn school worden veilig gesteld.
’s Middags hebben we om twee uur afgesproken op de dovenschool in Kampala. We begeleiden Batu naar zijn nieuwe school. Daarna zal er nog gelegenheid zijn om voor My Book Buddy waterdichte tassen op te halen op een aangegeven adres in Kampala. De kinderen van Gods Glory nemen daarin straks hun boeken mee naar huis.
Tenslotte hebben we nog een afspraak met een politieman in Kampala over een akkefietje wat nog staat van vorig jaar.
Timmerman en directeur weten beiden dat voor deze afspraken de “muzungu-tijd” geldt. Ze dienen dus stipt op tijd te zijn. En dat zijn ze. Stephen komt met de timmerman mee en is dus helemaal op tijd.
Na een vlot overleg gaan we de boda boda op weg naar de advocaat. En hier zijn wij, als muzungu’s, op tijd. En toch gaat het mis. De advocaat is onderweg van Kampala naar Mukono, maar zit vast in het verkeer. En zo zitten we drie kwartier in een klein kamertje naar een foto van Nelson Mandela te kijken.
We hebben een goed gesprek met de advocaat. Hij begrijpt wat we willen. We denken daar mee klaar te zijn, maar de advocaat wil alles direct uitwerken. En daarmee weten we dat we de afspraak van twee uur nooit gaan halen.
In plaats van om twee uur in Kampala te zijn, vertrekken we om twee uur uit Mukono.
We bellen de directeur en de moeder van Batu dat we later komen.
In Kampala komen we ook vast te staan in de file. Het is bloedheet buiten. Maar langzamerhand ook binnen. De ramen van de auto staan open. Alle uitlaatgassen en andere luchtjes hebben vrij entree. De airco wordt niet gebruikt. Dat kost benzine. De zweetdruppeltjes komen te voorschijn. Je voelt nattigheid op je rug. De blouse gaat plakken.
Om half vier zijn we bij de dovenschool. Maar Batu en zijn moeder zijn daar nog niet. Een telefoontje leert dat ze voorlopig ook nog niet komen. Jam oftewel file. Het kan nog wel een uur duren. We besluiten om dan maar eerst de My Book Buddy tassen op te halen. Dat hadden we niet moeten doen.
Het is erg druk in de stad. Bij kruispunten is het soms lang wachten voor de verkeerknopen zijn ontward.
Op het aangegeven adres liggen 21 grote balen, elk met vijfhonderd tassen van My Book Buddy.
Hoewel we een uitnodiging hebben gehad om de tassen op te komen halen, blijkt er nu iets niet duidelijk te zijn in het administratiesysteem. Over Gods Glory is niets bekend. Men staat er op dat we de 21 balen meenemen. Daar zou je een bestelauto voor nodig hebben. We hebben slechts 1 baal nodig. Er volgt telefonisch overleg. Er wordt zelfs gebeld met het buitenland. De baas wordt opgeroepen. Discussie op discussie volgt. Uiteindelijk weten we na anderhalf uur te vertrekken met 500 tassen.
Op naar de dovenschool. We weten inmiddels dat moeder daar om half vijf is aangekomen. We ploeteren door het verkeer. Om kwart over zeven komen we bij de school aan. Het begint al te schemeren.
Daar is het weerzien met Batu! In 1 woord: Gewèèldig!
Daar is ook het weerzien met de directeur. Hij heeft onze komst afgewacht, maar nu we er zijn, heeft hij veel haast om weg te gaan.
Met moeder en Batu gaan we naar de slaapzaal om daar al zijn spulletjes te installeren.
De slaapzaal ziet er goed uit. Wat een verschil met zijn vorige school.
Moeder en Batu genieten van het fotoboekje en de foto’s die we hebben meegebracht.
Batu’s broertje Waswa die ook is meegekomen vindt het allemaal heel interessant. Verleden jaar is Waswa gevallen. Hij heeft zijn been ongelukkig gebroken. Hij heeft drie operaties achter de rug en loopt nog met grote pennen in zijn been rond.
Moeder hebben we vorig jaar wat geld gegeven om pannen te kopen. Daarmee kan ze in een kraampje wat pannenkoeken bakken om zo wat geld bij te verdienen. Ze krijgt nu haar geld om voor anderen het land te bewerken. Een niet te benijden job. Van haar plannen is niets terecht gekomen. Al het geld is nodig gebleken om Waswa letterlijk weer op de been te helpen.
Batu is geweldig blij met zijn nieuwe school. Hij ontmoet er ook kinderen die hij kent van zijn vorige school.
Op de terugweg nemen nog even een kijkje in de eetzaal. Ook hier vallen de kleurige schilderingen op.
Acht uur vertrekken. De keel schraapt, de maag rammelt. We hebben ’s morgens als ontbijt een paar tomaten en bananen gehad en daarna niets meer. Dus zoeken we een gelegenheid om de innerlijke mens te versterken. En als je een dochter in Kampala hebt, nodig je die uiteraard uit mee te gaan.
Met de politieman hebben we inmiddels een andere afspraak gemaakt.
In de late avond zijn er geen files meer. Terug naar Mukono gaat dus vlotjes. Half twaalf zijn we thuis.
2.3. Van nieuwbouw tot partytent
Dankzij het Lejofonds is er in 2013 een nieuw schoolgebouw gerealiseerd voor de Kisimbizi school in Nkonkonjeru, de school met het motto “Through patience you win”.
We hebben de start van de nieuwbouw van de Kisimbizi school meegemaakt. Na terugkomst in Nederland waren we wat betreft de voortgang afhankelijk van de toegestuurde foto’s, de verslagen via email en de vele Skype-gesprekken. Daardoor hebben we het gevoel dat we het gebouw al kennen.
Wanneer we nu bij de school aankomen, heeft de tam tam blijkbaar al gewerkt. We zien in de verte directeur Spencer aankomen, vergezeld van een paar kinderen. Dichterbij gekomen, klapt hij in zijn handen en roept: jojojojojojojojo……….
Een stevige omhelzing volgt. Spencer drukt zich lange tijd tegen je aan, terwijl hij je hand vasthoudt. Dan kijkt hij je recht in de ogen en zegt herhaaldelijk “Thank you, thank you. Het is ontroerend.
Spencer is erg blij met de nieuwe school, mogelijk gemaakt door het Lejofonds. Maar ook is hij niet vergeten dat we zijn leven gered hebben,door onmiddellijk medische hulp te organiseren toen hij plotseling ernstig ziek werd.
We hebben een fotoboekje meegenomen zodat we samen nog eens de gehele bouw de revue kunnen laten passeren.
Voordat we dit doen, hebben we een ander presentje voor Spencer. Hij krijgt een leesbril met bijbehorende etui. Op het brillenglas zit een stickertje waarop de sterkte van de bril staat aangegeven.
Spencer heeft niets in de gaten, zo blij is hij met zijn bril.
De bril staat goed en van de sticker heeft Spencer kennelijk geen last. Uiteindelijk hebben we die toch maar verwijderd.
We maken samen een rondje door de school. Voor de school heeft Spencer al een bloemenperk met mooie bloemen aangelegd.
Tot onze grote verrassing is er achter de school een schooltuin aangelegd. Het wachten is op het zaai- en pootgoed.
De school ziet er zelf goed uit. De lokalen zijn ruim. Niet alles is geverfd vorig jaar en ook laat hier en daar de afwerking te wensen over. Goed dat we terug zijn om dit aan te pakken.
’s Middags gaan we naar het centrum van Nkonkonjeru. We hebben er een maandelijkse vergadering met de leden van het project Goat to Goat. We worden enthousiast ontvangen. De secretaresse leest een jaarverslag voor. Volop loftuigingen voor het Lejofonds. Je zou er een kleur van krijgen.
Vorig jaar is het Lejofonds in Nkonkonjeru gestart met een geitenproject en met de projecten Solar Cooking en Solar Lighting. Men is er zichtbaar blij mee. Maar belangrijker, de verschillende families doen het erg goed in de projecten. En men komt met een eigen initiatief of voorstel. Graag zou men een partytent met stoelen aanschaffen om die te verhuren. Men verwacht zo nog sneller winst te kunnen halen. We zeggen toe met de mensen in gesprek te gaan en de mogelijkheden te onderzoeken. Spontaan wordt er een vreugdedans voor ons verzorgd.
2.4. Het ziekenhuis in
18 januari 2012 schrijven we onder de titel “Ineenstorten en verdampen” de rol van de radioloog bij problemen tijdens een zwangerschap en onze ontmoeting met hem daarna.
Een jaar later hebben we een plaats in Mukono afgesproken om Diede en Natalie die vrijwilligerswerk voor het Lejofonds doen voor het eerst te ontmoeten.
Wanneer we daar aankomen blijken zij in gesprek te zijn met “onze radioloog” De herkenning is wederzijds. Er ontstaat een enthousiast gesprek en Ismael, zoals de radioloog heet, nodigt ons uit zijn werkplek te bekijken. Hij blijkt over een ruimte te beschikken waarin een röntgenapparaat staat. Ismael vertelt over zijn plannen een ziekenhuis te beginnen.
Terug in Nederland krijgen we af en toe een mail van Ismael. Hij schijnt erg ver te zijn met zijn ziekenhuis. We krijgen een naam door.
Wanneer directeur Stephen van Gods Glory nursery and primary school een ongeluk krijgt en hij blijft sukkelen met zijn voet vragen we vanuit Nederland Ismael om advies.
Hij gaat onmiddellijk naar Seeta Nazigo om Stephen te onderzoeken en adviezen te geven voor behandeling. En met succes. Stephen heeft inmiddels zijn krukken aan de kant kunnen doen. Hij kan weer lopen.
We zijn van plan Ismael tijdens ons huidige verblijf te bezoeken. Voordat het zover is, komt hij ons op straat tegen. We maken direct een afspraak.
Dat betekent dat we de volgende avond met elkaar uit eten gaan. We overhandigen Ismael foto’s die we van hem gemaakt hebben tijdens ons vorig verblijf. En daarnaast ook een doos met visitekaartjes. Hij is er zichtbaar verguld mee.
We praten bij. Ismael is er inderdaad in geslaagd binnen een jaar tijd een ziekenhuis op- en in te richten. Ongelooflijk. Ismael is 25 jaar. Oorspronkelijk heeft hij plannen om advocaat te worden. Dan krijgt zijn vader een beroerte en raakt half verlamd. Door die gebeurtenissen en ervaringen besluit hij zich in te zetten voor de zieke medemens. Hij wordt radioloog.
We praten over de projecten van het Lejofonds. Ismael is zeer geïnteresseerd in de Happy Baby Carrier en onze plannen om een Hygiëne programma te starten op Gods Glory nursery and primary school. Hij denkt hardop en ziet verschillende mogelijkheden om met elkaar samen te werken.
Na het eten bezoeken we zijn kliniek.
We kennen het pand. Vorig jaar zat er nog een grote boekhandel in. Nu is het een compleet ziekenhuis met bedden voor kinderen en volwassen patiënten, met een onderzoekskamer, een röntgenkamer
en een tandartsenbehandelkamer.
Geweldig om te zien.
Na de rondleiding moeten we ook nog even naar buiten kijken. Daar staat een auto met zwaailicht met een opschrift van de kliniek.
Ismael is er zichtbaar trots op.
Uiteindelijk zetten we hem op de foto met zijn team.
We houden contact. Dat zeggen we elkaar toe bij het afscheid nemen.
Twee dagen later ontmoeten we elkaar al weer op Gods Glory nursery en primary school. De zoon van directeur is ernstig ziek. Stephen vreest voor zijn leven. We vertellen Ismael over de situatie. Die komt onmiddellijk met de ziekenwagen naar Gods Glory.
Van lesgeven is geen sprake meer. Een ziekenauto op het terrein van de school trekt veel bekijks. Ismael neemt de zoon mee naar zijn ziekenhuis. Behandeling blijkt gelukkig mogelijk. En zo wordt erger voorkomen.