Geef me de vijf telt hier niet

Dokter Peter Bukenya, de behandelende arts voor Alex is niet alleen dermatoloog, maar ook districtsarts voor leprapatiënten. Wanneer hij hoort over het project “From goat to goat” nodigt hij ons uit een bezoek te brengen aan een aantal mensen die aan lepra lijden. Volgens de dokter zijn zij gestart met een klein geitenproject en kunnen daarbij wel wat hulp gebruiken.

De dokter vertelt over de ziekte en de mogelijkheden tot behandelen. Genezen is mogelijk als men in een vroeg stadium de ziekte ontdekt en behandelt. Wanneer dat niet het geval is, dan is het zaak de ziekte proberen een halt toe te roepen. Iemand die aan lepra lijdt, kan een ander besmetten. Dit kan bijvoorbeeld door lichamelijk contact of door hoesten. Lepralijders zijn vaak nog gestigmatiseerd. Daarbij verhaalt de dokter over verhalen in de Bijbel waar melaatsen met een bel moeten rinkelen om hun komst te melden..

Daarna gaan we op weg naar Lugazi waar een groep mensen woont die aan lepra lijden. Het is een kleine 60 km rijden. De dokter heeft een goede auto. De slechte wegen vormen dan ook geen probleem. We komen uiteindelijk bij een ziekenhuis uit. Vroeger was het ziekenhuis alleen bestemd voor leprapatiënten. Die tijden zijn voorbij. De lepralijders blijken nu te huizen in gebouwtjes aan het eind van het terrein, achter het ziekenhuis.

Een paar mensen zitten voor hun huisje. Onmiddellijk zien we bij een paar mensen dat de handen aangetast zijn. Vingers ontbreken. We worden voorgesteld aan een wat oudere man. De dokter schudt handen of wat daar van over is. Wij krijgen ook een hand toegestoken. We merken de aarzeling bij elkaar. Maar als de dokter handen schudt, kunnen we niet achter blijven.

De man is kleermaker. In zijn kamertje staat een naaimachine. Ondanks dat zijn handen zijn aangetast door de ziekte schijnt hij nog op de naaimachine te kunnen werken. Als die werkt. En dat is niet het geval. De man heeft geen geld voor een reparatie. Hij is nu gedwongen zijn dagen in ledigheid door te brengen.

De dokter brengt ons naar een varkensstal. De varkensstal is letterlijk en figuurlijk een varkensstal. Een aantal beesten zien er dan ook niet goed uit. Hier is werk aan de winkel. Een van de mensen die lijdt aan lepra is verantwoordelijk voor de verzorging. Helaas is hij niet aanwezig. Informatie is verder niet te krijgen. Buiten de stal zien we een paar geiten. Die zien er gelukkig wel goed uit.

Wanneer we terug komen bij de leprapatiënten breekt er een klaagzang uit. Er is niemand die zich meer om hen bekommert. Vroeger was er nog iemand van het ziekenhuis die regelmatig een kijkje kwam nemen, maar die is wegbezuinigd. De mensen geven aan dat hun huid rond handen en voeten strak staat en erg droog is. Ze hebben olie nodig om de huid in te smeren. De laatste keer dat ze olie hebben gehad was vorig jaar.

Er is ook dringend behoefte aan beschermend schoeisel. Men heeft geen gevoel in de voeten. Die moeten dan ook beschermd worden, anders kan men letsel oplopen, in een spijker trappen bijvoorbeeld zonder dat men er erg in heeft. Een vrouw heeft geen schoenen. Zij durft niet meer buiten te lopen en zit de hele dag voor haar huisje op de grond.

De benodigde olie schijnt niet erg duur te zijn. Een paar schoenen kost zes euro. De reparatie van de naaimachine wordt geschat op vijftien euro. Met weinig geld is hier veel goeds te doen. En misschien kunnen we een goed geiten- of varkensproject op poten zetten. De dokter geeft er de voorkeur aan alles in een rapport te zetten en dit vervolgens ons te overhandigen. Snel handelen is dan geboden. Onze laatste week in Oeganda is aangebroken.

Geef een reaktie