6. Bij de beesten af
6.1. Van een mug een olifant maken
We hebben onze “kids” in Nederland uitgenodigd om op onze eigen kosten twee weken in Oeganda te verblijven. We willen hen graag laten zien wat we de afgelopen jaren gedaan hebben in Oeganda en waar.
Daarnaast willen we samen een deel van Oeganda verkennen. We kiezen ervoor een trip te maken naar Kidepo National Park in het uiterste noordoosten.
Leo is de hele week al flink verkouden. Aangezien hij geen malariapillen slikt, komt de mogelijkheid van malaria ter sprake. Vooraf aan de trip toch maar even voor de zekerheid een test laten doen in het ziekenhuis van Ismael.
Na het bloedprikken komt de microscoop er aan te pas. De laborant kijkt langdurig.
“No malaria”, horen we hem zeggen. Maar hij blijft maar met de microscoop bezig. En dan lijkt het of er een overwinning is behaald. Er zijn sporen van malaria gevonden. Een beginnende malaria. Dus komt de dokter er aan te pas. Op basis van de gegevens die de laborant hem verstrekt, bepaalt hij de dosis medicijnen.
Thuis krijgt Herma de kriebels. Ze brengt een poos achter de computer door om via internet alle symptonen van malaria in beeld te brengen. En zo waar, ze herkent er enkele. De volgende dag staan we dus vroeg op, om voor vertrek naar Kampala , waar de trip begint, ook voor Herma een malaria test te doen in het ziekenhuis.
De laborant hoeft nauwelijks in de microscoop te kijken. De malariasymptonen spatten bijna de miscoscoop uit. Dit is ernstig. Dat vindt de dokter ook. Hij verbiedt Herma op reis te gaan. Hij wil haar in het ziekenhuis houden en direct aan het infuus leggen.
Wat is wijsheid? De reis met de kinderen annuleren? Uiteindelijk, na wat heen en weer gepraat, en een zak vol medicijnen, kan Herma mee, onder de voorwaarde dat ze na de trip zich onmiddellijk weer meldt in het ziekenhuis.
Een vrolijke start van de reis. Stephanie, zelf in Kampala wonend en ook geen malaria pillen slikkend vindt een “second opnion” toch wel belangrijk. Ze benadert een bevriende Nederlandse arts, verbonden aan een internationaal ziekenhuis.
We hebben Kampala al achter ons liggen en een ritje van een uur of 6 voor de boeg als er telefonisch contact is.
Terug naar Kampala is het dringende advies en daar in het ziekenhuis van de bevriende arts opnieuw een test laten doen.
We zijn niet de enigen in het ziekenhuis. En dat betekent wachten en wachten.
Stephanie komt een bevriende Nederlandse verpleegster tegen. Ze doet het verhaal. De verpleegster moet hard lachten. “Als ik jullie zo, zie, is er geen sprake van malaria, zegt ze. En terloops wordt de verkregen zak met medicijnen ook afgekeurd.
Het wachten duurt lang. We vragen een verklaring. Duidelijk is dat er geen enkele aanwijzing is voor malaria. Maar voor een verfijnder onderzoek werkt een bepaalde machine niet mee. Daar willen we niet op wachten. We weten genoeg. De uiteindelijke resultaten horen we later wel voor de telefoon.
We beginnen opnieuw aan het eerste deel van onze trip, vijf uur later dan gepland. Duidelijk is dat we nu een deel van de reis in het donker zullen afleggen.
Halverwege krijgen we een telefoontje vanuit het ziekenhuis. De bloedtest heeft inderdaad uitgewezen dat er geen sprake is van malaria. Maar de urinetest heeft bij beiden blaasontsteking aangetoond. Opnieuw een verrassing. We hebben geen klachten. Uiteindelijke schaffen we de volgende dag de geadviseerde medicijnen aan.
De eerste dag komen we tegen middernacht bij ons hotel aan. Een uitstekend hotel. Ze zijn bereid voor ons allen nog een voortreffelijk diner te bereiden.
Van een blaasontsteking hebben we de hele trip niets gemerkt en ook de malaria blijf tbuiten de deur.
6.2. Hutje bij mutje
We bezoeken Kotido, een klein stadje in Karamoja.
Karamoja is een afgelegen gebied waar Oeganda grenst aan Kenia en Zuid Soedan.
Hier woont een unieke stam, de Karamajong.. De mannen verplaatsen hun koeien van het ene gebied naar het andere. Vrouwen en kinderen blijven achter in de dorpen om het land te bewerken.
Meer dan vijftig procent van de bevolking is er analfabeet. De hygiënische omstandigheden laten sterk te wensen over. Slechts 2% van de gezinnen beschikt over een toilet.
Slechte voeding, malaria en door water overgebrachte ziekten doden veel kinderen onder de leeftijd van vijf per jaar. De kindersterfte is hier het hoogst van heel Oeganda.
Zwangere vrouwen moeten vaak tientallen kilometers lopen om een basisgezondheidszorg centrum te bereiken. Velen geven de voorkeur aan traditionele vroedvrouwen en dit gaat te vaak ten koste van hun eigen leven en dat van de baby.
De Karamojong families leven traditioneel, sinds 1700, in clusters van hutten, manyattas genaamd. Er leven hier nu 50.000 mensen bij elkaar in hutten.
We rijden langs een onafzienbare rij hutten. Om een goed beeld van bovenaf te krijgen, rijden we naar de “bergheuvel” Nakipelemoru.
Bij het uitstappen worden we omringd door vele kinderen. Opvallend veel jongens lopen alleen in een gescheurd hemdje rond. Alle kinderen roepen voortdurend : “Dodo, dodo”. Daarmee bedoelen ze de lege waterflesjes. Die kan men goed gebruiken om allerlei vloeistoffen in te bewaren.
Bij het beklimmen van de heuvel zien we een paar meisjes voedsel op een rotsblok vermalen.
Vanaf boven heb je pas een goed zicht op de hoeveelheid hutten, in clusters aangelegd. De hoeveelheid bij elkaar is afhankelijk van de grootte van de families.
Terug bij de auto haalt de chauffeur een doos met lege waterflesjes te voorschijn. Er ontstaat bijna een veldslag.
Als de kruitdampen zijn opgetrokken, blijkt dat de brutaalsten toch de grootste buit binnen hebben. Dat corrigeren we.
Bij een willekeurige familie stoppen we en stappen we uit. We schudden handen.
Wij zijn nieuwsgierig, maar dat is omgekeerd ook zeker het geval. Wanneer we na een eerste introductie onze camera’s tevoorschijn halen, is er geen houden meer aan. Men wil heel erg graag op de foto en niet een keertje. Men krijgt er gewoon weg niet genoeg van. En wij eigenlijk ook niet. We krijgen nu de kans goed in beeld te brengen hoe graag men zichzelf versiert met attributen als piercings en kralen.
We mogen ook binnen komen. Daarvoor moeten we eerst op onze knieën door een laag gat in de omheining kruipen die gemaakt is van dichte takken. Dit is voor de mensen hier een soort veiligheid. Heeft iemand reden om snel te vluchten dan is hier oponthoud en is de pakkans groot.
’s Nachts worden alle gaten afgesloten door takken met vlijmscherpe doorns.
Ook de toegang tot de hut is erg laag.
Binnen is het donker. In de hut zijn geen ramen. Het enige licht is afkomstig van de lage deuropening.
Opgerolde dierenhuiden worden gebruikt als slaapmatjes.
De muren zijn behangen met allerlei materialen. Kleren hangen aan een touw.
Er hangt een potje om geld in te bewaren. Er is een apparaatje te zien waar de baardharen mee worden uitgetrokken. Er hangt een veger, maar ook een speer.
Het dak is kunstig gevlochten.
Aansluitend aan het terrein van de hut, is een terrein voor de koeien.
Deze mensen leven van nomadische veeteelt. Morgen is er een grote veemarkt. Daar zullen we een groot deel van de mensen zien. We kijken er naar uit.
6.3.Vee-waren- en beestenmarkt.
Een Oegandese reisorganisatie zegt over de veemarkt van Kotido het volgende:
“Wie geïnteresseerd is in een culturele scène die doet denken aan het Amerikaanse Wilde Westen moet op woensdagochtend de veemarkt van Kotido bezoeken”.
Dat doen we. En we zien een fantastisch tafereel Veel mensen bezoeken de markt. De kleding die men draagt, maakt alles tot een kleurig schouwspel.
Op de veemarkt worden voornamelijk geiten en koeien verkocht. En ook hier wordt de koop met een handjeklap bezegeld.
Niet elke boer heeft al een beest verkocht. Bijgeloof moet soms een handje helpen. Wanneer een koe een flinke flats produceert, aarzelt een boer niet een deel van de flats tussen duim en wijsvinger te nemen en hiermee een kruisje op zijn voorhoofd te maken. Dit ritueel moet een spoedige verkoop van het beest bewerkstelligen.
Naast de veemarkt van Kotido is ook een warenmarkt ontstaan waar van alles te koop is. Dit gaat van stoffen en kleding tot messen en ploegen.
Aan de inwendige mens is niet zozeer gedacht, wel aan de dorstige. Aan de rand van het terrein staan enkele grote tanks opgesteld waarin een drabbig goedje ronddrijft.
Voor een paar cent mag je hier een halve lege kalebas vol schenken en dan genieten van het lokale bier, want dat is het. Opvallend is dat vooral vrouwen zich dit buitenkansje niet laten ontnemen.
We maken veel foto’s. Daarbij zijn we ook op zoek naar mensen met vele versierselen. En die zijn er. Man of vrouw maakt daarbij geen verschil.
Als muzungu’s trekken we de nodige aandacht. Fotograferende muzungu’s zijn helemaal bijzonder.
Als men dan ook nog de resultaten onder ogen krijgt , is het helemaal dikke pret.
Op een zijterrein staan de ezels geparkeerd.
Aan het eind van de markt worden zij weer bepakt en bezakt met de overgebleven spulletjes.
De verkochte koeien worden in vrachtwagens afgevoerd. De koeien hebben vaak afzichtelijke merktekens over hun lijf of men heeft de oren gekarteld.
De beesten hebben niet veel zin de vrachtwagens in te gaan.
De nodige stokslagen worden dan ook uitgedeeld. Het maakt ons weer duidelijk dat we een beestenmarkt bezoeken.
6.4. Kidepo, we zijn er wild op
Kidepo Valley National Park ligt hoog in het noordoosten van
Oeganda. Het is een heuvelachtig grensgebied met Soedan en Kenia.
Het is het minst bekende park van Oeganda. Het vraagt namelijk nogal wat reistijd om er te komen. Het park biedt prachtige savannelandschappen.
De hoogteverschillen in het park leveren schitterende uitzichten op.
Direct bij aankomst maken we een game drive. Jaren geleden hebben we het Etosha park in Namibië bezocht en daar volop wild gezien. Uit eerdere bezoeken aan nationale parken in Oeganda weten we dat het Etosha park onovertroffen is.
Op de eerste gamedrive zien we van dichtbij een groep olifanten.
Even lijkt het erop dat de olifanten op ons af komen. Lichte paniek in de auto. De olifanten zijn de belangrijkste buit van die dag.
De volgend ochtend gaan we vroeg weg voor de volgende game drive. En ook nu zien we allereerst een groep olifanten.
Maar nu zien we ook zebra’s, een giraffe en een ongelooflijk grote kudde buffalo’s.
Dit alles in een schitterend decor.
Kidepo Valley National Park is een bezoek meer dan waard.