5. Bezoeken en bezoekjes
We doen verslag van een dagje Lejofonds waarin we diverse bezoekjes afleggen.
Drie dagen lang hebben we ook families van de verschillende geitenprojecten bezocht. Daar geven we geen schriftelijk verslag van. Dergelijke bezoekjes leveren wel mooie plaatjes op. Daarom dit keer een fotoverslag.
5.1.Een dagje Lejofonds in Oeganda
Om negen uur gaan we op weg naar de Bishop West primary school. De nieuwe school van Batu wenst zijn rapporten van vorig jaar te hebben. We hebben contact gehad met de leerkracht van Batu. De rapporten kunnen opgehaald worden.
We ontmoeten de nieuwe directrice van Bishop West en vertellen haar “ons verleden” op Bishop West en ons doel van vandaag. De rapporten liggen niet klaar. Mister Jozef, de leerkracht van Batu, moet ze nog opzoeken en dan handmatig de gegevens overnemen op nieuwe formulieren. Dat gaat lang duren, vrezen we.
We besluiten om eerst naar een verfwinkel te gaan om verf voor beide scholen aan te schaffen. Het nieuwe gebouw van de Kisimbizi moet nog afgeverfd worden en dat geldt ook voor de gerenoveerde “main hall” op Gods Glory.
Het uitvoeren van de geplaatste order duurt lang. We zijn bijna anderhalf uur kwijt in de verfwinkel. Elk nadeel heeft zijn voordeel. Mister Jozef zal nu wel klaar zijn met het invullen van de twee gewenste formulieren. Niet dus.
Mister Jozef laat nog even op zich wachten. Uiteindelijk krijgen we de formulieren die nog van handtekeningen en stempels worden voorzien door de directrice.
Op naar Nkonkonjeru. Daar willen we een aantal families bezoeken die kandidaat zijn om lid te worden van het project Goat to Goat. Om half drie hebben we dan de maandelijks vergadering met alle leden.
Op weg naar Nkonkonjeru komen we langs Seeta Nazigo. Uiteraard maken we daar een stop om de voortgang van de bouw te zien en om verf af te leveren.
Een kleine tegenslag op de bouw. De geleverde ijzeren ramen en deuren passen niet. Er is een fout bij het meten gemaakt. Men begint nu met de aanleg van een veranda aan de voorzijde van het schoolgebouw.
Wij gaan door naar Nkonkonjero, een stoffig ritje van veertig minuten. We zijn nu ruim een maand in Oeganda. We hebben slechts een klein regenbuitje van een paar minuten meegemaakt. Het is erg heet geweest de afgelopen maand. De onverharde, roodgekleurde wegen zijn dan ook erg stoffig. En de stof dringt overal door, ook in huis. Als je je ’s avonds wast, kleurt het water rood.
Allereerst gaan we naar de Kisimbizi school om verf af te leveren.
Directeur Spencer blijkt hard gewerkt te hebben in de afgelopen weken. Er is al flink wat geverfd. Helaas heeft hij voor de binnenkant dure verf gebruikt die voor de buitenkant bedoeld is. We maken opnieuw duidelijk wat de bedoeling is en schrijven dit op in een schrift. De meegereisde coördinator herhaalt alles nog eens in de lokale taal. Dat kan niet meer mis gaan.
Wat wel is misgegaan, is de aanleg van de cementen vloer rond de boom met daarop aangebracht een aantal zitmuurtjes. Wanneer we over de vloer lopen, kraakt het aan alle kanten. We zien scheuren in het cement lopen. Het lijkt alsof we op te dun ijs lopen. Dat kraakt ook en je ziet dan ook de scheuren door het ijs schieten. Het is duidelijk hier klopt geen barst van. De aannemer kan zijn borst nat maken.
De muurtjes functioneren wel. Kinderen zitten er graag op. Dat is nu ook het geval.
De lessen liggen stil. De kinderen vinden het veel te interessant dat er muzungu’s (moe-zoen-koes, blanken) op bezoek zijn.
Het Lejofonds heeft een donatie ontvangen om een kind naar school te sturen. We vragen directeur Spencer of hij iemand weet die niet in staat is het schoolgeld voor een kind te betalen waardoor het kind niet naar school gaat. Dat is geen probleem. Moeder en kind worden opgeroepen. We handelen de zaak meteen af.
Moeder blijkt een gezwel aan haar neus te hebben. Daar moet ze in vele opzichten last van hebben. Door gebrek aan geld is er niets aan gedaan.
Het transport naar het ziekenhuis is al te kostbaar. We sturen moeder naar het ziekenhuis om duidelijk te krijgen wat een ingreep gaat kosten.
Vlak daarvoor hebben we hetzelfde gedaan. Bij een van de leerlingen staan de benen verkeerd.
Een gang naar het ziekenhuis moet duidelijk maken wat er aan gedaan kan worden en hoe hoog de kosten zijn. We willen zo mogelijk helpen.
We rijden door naar het “centrum” van Nkonkonjeru Daar halen we eerst onze bestelling af bij Happy Baby.
We hebben verschillende draagzakken (carriers) gekocht. De Happy Baby Carrier is in onze ogen een schitterend, uiterst bruikbaar model wat het ook in Nederland goed zal doen.
Daarna is het op naar de timmerman. We hebben er meubilair besteld voor de kleuterklas van de Kisimbizi school en we kunnen een aantal kleuterstoeltjes afhalen.
Wanneer we de kleuterstoeltjes naar de Kisimbizischool brengen, worden opnieuw alle lessen opgeschort. Iedereen wil zien wat er gebeurt. De stoeltjes worden in optocht naar de klas gebracht.
We zetten ze in de kring. Leo laat nog even de voordelen zien van het zitten in de kring en begint een gesprek met de kinderen.
Hierna is het de hoogste tijd om nieuwe families te bezoeken, die kandidaat zijn voor het project Goat to Goat. We willen nagaan of de mensen aan de voorwaarden kunnen voldoen. In korte tijd moet er een stal gerealiseerd kunnen worden. De eerste partij geiten komt uit Seeta Nazigo van families die geiten moeten terug geven aan het project. In het project worden aan elke familie twee geiten en een bok uitgegeven. Voorwaarde is dat men uiteindelijk drie beesten moet terug geven aan het project.
Wanneer we de families bezocht hebben, spoeden we ons naar de plek waar de maandelijkse vergadering gehouden wordt. De vergadering zal om half drie beginnen. Inmiddels is het al half 4. We veronderstellen allemaal wachtende mensen aan te treffen. Er blijkt echter niemand aanwezig te zijn. Een belletje naar de voorzitter maakt duidelijk dat de mensen wel zullen komen. Dat kan even duren. Tijd genoeg om even een drankje te halen in het dorp.
De vergadering begint verrassend. De voorzitster spreekt namens alle leden haar waardering uit dat Leo en Herma Annyas opnieuw voor het Lejofonds in Oeganda zijn. Zij onderstreept dit door een cadeau te overhandigen.
Een belangrijk deel van de vergadering wordt gewijd aan de uitbreiding van het project Goat to Goat. Maar ook het ingediende voorstel van alle leden voor een nieuw project krijgt de nodige aandacht.
Het is al donker wanneer we terug rijden naar Seeta Nazigo. Verbazingwekkend hoeveel mensen, waaronder ook kinderen, nog lopen te sjouwen langs de kant van de weg met zware jerrycans water. Het lijkt ons zeer “unheimisch” hier in het stikdonker te moeten lopen.
Eigenlijk vinden we het leuk om in het donker bij Gods Glory te komen. Kunnen we zien hoe het er dan toegaat. De toegangsweg naar de school is afgesloten met bamboestokken. De koplampen van de auto melden onze komst. Plotseling schieten vanuit het donker een aantal kinderen tevoorschijn die de bamboestokken verwijderen.
Het valt niet mee je weg in het donker te vinden en nergens over te struikelen.
In de “main hall” verwachten we internaatskinderen aan te treffen die spelletjes spelen met het materiaal dat het Lejofonds verzameld heeft.
Niet is minder waar. De kinderen zijn er wel, maar zij krijgen les. Dan weten we het weer. Diede en Natalie, die vorig jaar voor het Lejofonds vrijwilligerswerk gedaan hebben op Gods Glory werden ook al geconfronteerd met het lesgeven in de avond. Zij hebben toen weten te bewerkstelligen dat drie lesavonden ingeruild werden voor twee speelavonden.
Het is even na achten. Mister Anton, een van de leerkrachten, staat voor de klas.
Hij heet ons welkom. We spreken onze verbazing uit over het tijdstip van lesgeven. De verbazing wordt nog groter als we horen dat de lessen tot tien uur ’s avonds doorgaan. Leo kan niet nalaten de boel even op te stoken. Hij vertelt de leerlingen dat ze zich wel ongelooflijk moeten vervelen tijdens de avondlessen.
Jullie moeten spelen i.p.v. nu les krijgen. Er wordt schuchter gereageerd.
Mister Anton is er met zijn collega. Hij legt uit waarom dat het geval is. Als hij moe is van het les geven, neemt zijn collega het over. Blijkbaar kunnen de kinderen niet moe worden. Zij worden niet afgewisseld. Het is onvoorstelbaar.
Maar het kan nog gekker. Mister Anton vertelt dat de volgende dag de kinderen om half vier opstaan om daarna zo snel mogelijk weer in het lokaal te verschijnen om les te krijgen, de godganse dag. Mister Anton is dan ook present.
Nu blijkt ook dat de speelavonden zijn terug gebracht to twee keer per week. Vijf lange avonden per week wordt er dus les gegeven.
Dit is te gortig. Leo belooft de leerlingen in gesprek te gaan met directeur Stephen om hier verandering in aan te brengen. Als hij directeur Stephen niet weet te overtuigen, komt hij de leerlingen ophalen om te protesteren. Hij oefent alvast: Games, we want more, we want more! De bijval is er nu.
We gaan terug naar Mukono, waar we om negen uur ’s avonds aankomen. Tijd om een hapje te eten.
5.2. Genieten van geiten