5. Afronden
5.1. Dit gebouw moet aan ieders behoefte voldoen.
Het Lejofonds bouwt nieuwe toiletten voor de Aunt Kevin nursery and primary school.
In reisverslag 1 en 3 hebben we al aandacht besteed aan de eerste fase van de bouw.
We komen regelmatig op Aunt Kevin waar we gesprekken voor met de directie en penningmeester over het budget van de school en het vereiste onderhoud. Met de headmaster hebben we verschillende gesprekken over het gevoerde onderwijsbeleid, de behoefte aan leer- en leesboeken en het My Book Buddy systeem. Met leerkrachten van de onderbouw praten we over onderwijsvernieuwing.
Elke keer als we de school bezoeken, nemen we eerst een kijkje bij de bouw van de toiletten.
Nadat er een diep gat is gegraven worden muren opgetrokken. In reisverslag 3 laten we daar beelden van zien. In dit reisverslag laten we de voortgang zien zoals we dat waargenomen hebben bij elk bezoek aan Aunt Kevin.
En als we school een paar dagen niet bezocht hebben, zien we bij een volgend bezoek dat de muren er al staan.
Aan de voorkant komen drie w.c’s
Aan de achterkant komen vier w.c. En er komt een w.c. op de “kopse kant”, links op de foto.
Bij het graven van het enorme diepe gat is een berg zand ontstaan. Dat wordt nu afgevoerd.
De school is inmiddels begonnen. De kinderen gebruiken nog de oude w.c.’s. Het oude toiletgebouw gaat straks plat. De oude w.c.’s raken vol, zijn niet leeg te pompen waardoor nieuwbouw op een andere plaats noodzaak is. Op de plaats van het oude toiletgebouw komt een “store”, een magazijn.
Naast de toiletten wordt nu een groot gat gegraven, viereneenhalve meter diep.
De achterzijde van het toiletgebouw staat dicht op de grens van de muren. Voor de bouw vormde een gammele muur de afscheiding. De muur is verwijderd om opslag van bouwmaterialen mogelijk te maken en het afgegraven zand een tijdelijke plek te geven.
Er komt nu een nieuwe afscheidingsmuur.
Een gedeelte van de binnenmuren krijgt een gladde afwerking om het schoonmaken te vergemakkelijken.
Bij een volgend bezoek zien we dat de binnenkant zo goed als klaar is. De aannemer heeft naast het gat twee voetjes aangebracht om zo het richten wat te vergemakkelijken.
Deuren zijn aangebracht. Die moeten nog schoongemaakt worden. De tussenmuren moet nog afgewerkt worden.
De afscheidingsmuur met de buren is inmiddels gestukadoord.
De bouw van de toiletten is in de afrondingsfase.
5.2. Zo blij als een kind met deze driewieler
Vele berekeningen hebben aangetoond dat de kosten van transport binnen het project Green Charcoal Lejofonds behoorlijk zijn. Het zou een enorm voordeel zijn als het project kan beschikken over een transportmiddel. Daarbij denken we aan een tricycle, een driewieler.
Vorig jaar hebben we op een landbouwbeurs al eens een tricycle bekeken. We kennen de mogelijkheden en niet onbelangrijk ook de prijs.
De vele berekeningen leiden uiteindelijk tot de beslissing een tricycle aan te schaffen. Daarvoor moeten we naar Kampala. Hoewel Kampala slechts twintig kilometer van onze standplaats verwijderd is, slippen de wegen dicht vanwege het drukke verkeer en moet je minsten anderhalf uur voor een dergelijk tripje uittrekken.
Na de koop trommelt coördinator Daniel Kibago een bevriende automonteur op die de tricycle naar Mukono brengt.
Daniel Kibago brengt ’s avonds de tricycle in het donker naar de “factory”. Het is de bedoeling dat niemand binnen het project er iets van merkt. Het moet een verrassing zijn.
De volgende morgen zorgen we dat we als eersten bij de “factory” zijn. Het landschap is nog heiig.
Klokslag negen uur komt Rachel die de sleutels heeft. Zij opent de deuren en gaat naar binnen. Dan ziet ze de tricycle. Ze begrijpt onmiddellijk wat er aan de hand is en komt dansend, handen gebarend, enthousiaste geluiden slakend weer naar buiten.
Hier staat een zeer gelukkig mens.
Andere werkers worden bij binnenkomst uitgenodigd de nieuwe aanwinst te bewonderen.
Lachende gezichten.
Men is als een kind zo blij.
Rose, een van de deelneemsters, stapt zielsgelukkig op Herma af, valt op haar knieën en bedankt Herma uitbundig.
Daarmee wordt volstaan. Zoals vaker valt Leo deze eer niet te beurt.
De deelnemers geven aan dat ze nu wel verplicht zijn heel hard te werken. Bij sommigen zie je als het ware ook dollartekens in de ogen. De tricycle lijkt daarmee als het ware een garantie voor een goed salaris.
Daniel Kibago rijdt de tricycle naar buiten zodat iedereen hem nog eens van alle kanten kan bewonderen.
Natuurlijk moeten wij “de zit” ook even proberen.
Voordat men aan het werk gaat, moet eerst uitgeprobeerd worden of de tricycle afgedekt kan worden met het bijbehorende zeil.
5.3. Timmerman James slaat de plank mis!
James, een dove jongen, treffen we in 2010 aan op het platteland rond het dorpje Seeta Nazigo. Hij maakt een onverzorgde, uitgebluste en futloze indruk. Zijn ogen staan dof.
James woont bij zijn vader, maar die bekommert zich in feite niet om hen. James is meestal te vinden bij zijn grootouders die in de buurt wonen. Oma is gek op James, het is haar petekind. maar zij is door haar leeftijd niet in staat goed voor hem te zorgen.
James is 14 jaar wanneer we hem voor de eerste keer ontmoeten. Hij heeft nog nooit een school van binnen gezien.
Dankzij het Lejofonds krijgt James een plaatsje op het internaat van de Bishop Westschool. Aan de school is een dovenafdeling verbonden.
Wanneer we James na een aantal weken onderwijs weer bezoeken, komt er een stralende jongen op ons afgerend. James geniet weer.
James geniet van het onderwijs ondanks dat hij geplaatst is in de eerste klas tussen 6- en 7 –jarigen.
Zo hebben we indertijd voor het eerst bericht over James. We zijn James blijven volgen en hebben daar vele malen over verteld in nieuwsbrieven en reisverslagen. We zorgen ervoor dat James met succes een opleiding tot timmerman kan volgen.
We worden dikke maatjes.
Het Lejofonds bouwt een werkplaats voor James. Een Nederlandse familie zorgt voor het nodige gereedschap. Het Lejofonds geeft James de eerste opdrachten, het maken van schoolmeubilair.
James voormalige leerkracht houdt nog een oogje in het zeil bij het verwerken van opdrachten.
In 2017 komen er problemen. James vaardigheden in lezen en schrijven zijn weggezakt. Dat belemmert hem in de uitvoering van zijn werk. We proberen James nog lessen te laten volgen en zoeken voor hem aansluiting bij het My Book Buddysysteem van de Gods Glory school.
In 2017 overlijdt de oma van James. Ze is lang ziek geweest.
Tijdens ons verblijf in Oeganda nu komen we langs de werkplaats van James. James is er niet. De werkplaats ziet er vervallen uit. Op vele plekken is het hout aangetast door insecten.
We treffen James in de buurt van zijn opa. Hij heeft een andere uitstraling.
Met gebaren maakt James duidelijk dat het werken in de werkplaats voorbij is.
Uit de verhalen van opa blijkt dat James is losgeslagen sinds het overlijden van zijn oma. Hij is niet meer bereid iets voor zijn opa te doen, alleen nog tegen betaling. Hij bevindt zich overdag en ’s avonds overal en nergens. Hij komt laat thuis. Hij sluit zich aan bij verkeerde vrienden. Hij verdient een paar centen door water te sjouwen voor anderen.
Het is verdrietig om te horen. De intelligente, altijd vriendelijke James, blij met geboden kansen die nu de plank volkomen misslaat.
We maken James duidelijk dat we hem nog een keer willen ontmoeten voor het inleveren van het timmermansgereedschap.
Bij vertrek zwaait opa ons uit de verte toe. Bij James, in zijn nieuw verkregen t-shirt kan er een lach vanaf.
Hoe nu verder? Daar hebben we (nog) geen antwoord op.
Na acht succesvolle jaren van begeleiden mag dit verhaal eigenlijk niet zo eindigen.
We geven een timmerman de opdracht de werkplaats van James of wat daar nog van over is, af te breken. De dakplaten kunnen we gebruiken voor de stalling van de tricycle. Het hout, aangetast door insecten blijft achter en dient als brandhout voor de eigenares van de grond.
De volgende dag komen we terug om het gereedschap op te halen. Opa hebben we gevraagd ervoor te zorgen dat James thuis is. Opa heeft niks meer te vertellen over James. James is niet thuis.
We gaan op zoek en vinden James bij een kinderrijke familie in de buurt. Tot onze verrassing en verbazing blijkt een van de kinderen goed te kunnen communiceren met James via gebarentaal. We nemen hem mee.
We gaan naar de werkplaats of beter gezegd naar de plek waar de werkplaats heeft gestaan. De werkplaats is inmiddels afgebroken.
Het enige wat nog aan de werkplaats herinnert is een opschrift dat nu ergens op de grond ligt.
Binnen in het huis van de eigenares van de grond ligt nog een kist vol gereedschap. James moet er afstand van doen. Het is een triest gebeuren. Dat is ook aan James gezicht te zien.
Thuis heeft James nog een koffer met wat gereedschap. Dat moet hij ook inleveren. We praten intussen nog even met opa die in de schaduw van een boom op de grond zit.
Het is ons duidelijk geworden dat het niet echt botert tussen opa en James. We vragen opa hoe we James nog kunnen helpen. Jullie kunnen niets meer doen. Jullie hebben alles gedaan wat jullie konden doen. Vervolgens bedankt opa ons voor alle inspanningen in de afgelopen jaren. James is hartstikke gek dat hij nu zo’n gedrag vertoont, betoogt hij.
Wanneer James alle gereedschap heeft ingeleverd wacht het afscheid. We geven James een hand en proberen met gebaren duidelijk te maken dat we dit niet gewild hebben. James keert zich om en loopt weg.
Het hele gebeuren zit ons niet lekker. Wanneer we later die middag nog eens alles de revue laten passeren zijn we van mening dat dit zo niet kan eindigen. Het is nu ons idee James in contact te brengen met Monica, zijn vroegere lerares op de dovenschool, zeer begaan met kinderen en meesterlijk in gebarentaal. Zij kan misschien iets meer te weten komen wat James bezielt of wat hem dwarszit. Dat laatste achten we heel wel mogelijk.
Reisverslagen: 2.3. James, 4 februari 2013, 4.3. James timmert er lustig op los, 21 februari 2013, Terugblik verblijf Oeganda 2014, 1.2. Het Lejofonds wil onderwijs mogelijk maken voor kansarme kinderen in Oeganda en hen een hoopvolle toekomst bieden, 2 februari 2015, Terugblik verblijf Oeganda 2015, 1 april 2015, 1.3. James, 21 maart 2016, 9.5. Werk aan de winkel voor James, 28 maart 2017 en de nieuwsbrieven 32, oktober 2015, 34, februari 2016
5.4. We aim higher. Na de vlag en het uniform komt nu de sportkleding
In 2016 en 2017 heeft het Lejofonds 6 lokalen, een keuken met bijbehorende zitjes en twee gemeenschapsruimtes gebouwd voor de Aunt Kevin nursery and primary school in Nkonkonjeru. Bestaande gebouwen zijn gerenoveerd. Het schoolterrein is omheind zodat kinderen niet zomaar de weg op kunnen lopen. Er is nieuw meubilair gekomen dankzij het Lejofonds. Banken zijn vervangen door tafeltjes en stoeltjes. My Book Buddy is geïntroduceerd.
“Aunt Kevin is new born”, zegt men zelf.
De directie van Aunt Kevin is van mening dat de school nu ook toe is aan nieuwe uniformen en vraagt ons met een voorstel te komen.
We geven aan dat oranje de nationale kleur is van Nederland en dat we graag een stukje Nederland willen introduceren op de Aunt Kevin school. Dat betekent oranje shirts voor de jongens en oranje jurkjes voor de meisjes.
De invoering van de nieuwe uniformen gaat stap voor stap. Veel ouders hebben al de nodige moeite het schoolgeld volledig te betalen en al te vaak lukt dat niet. Als daar nog kosten voor een nieuw uniform bij komen is dat een stap te ver.
Na het tweede trimester in 2017 krijgen we een rapport van de school waarin we lezen:
“The school has tried to see that most pupils put on uniforms at school since 50 pupils were given uniforms by the director freely. The school administration is still pressing the parents of the pupils without uniforms to buy them”
Men heeft succes. Dat is duidelijk te zien als we dit jaar de school bezoeken. De meeste kinderen dragen een uniform.
Een grote vooruitgang is ook dat de kinderen nu verplicht zijn schoenen te dragen. Dat is wel anders geweest.
De eerste keer dat we dit jaar de school bezoeken, laat de headmaster trots een schoolvlag zien met het motto van de school erop: “We aim higher”.
Wanneer de school eenmaal begonnen is zien we drie vlaggen wapperen, naast de Oegandese vlag, de schoolvlag en de My Book Buddy vlag. Er is nog 1 vlaggenmast leeg. Ruimte voor de Nederlandse vlag?
Nu heeft de school een nieuw project. Men wil graag dat kinderen op woensdag en vrijdag sportkleding dragen.
“The school now has a sports wear which the pupils put on mainly on Wednesday and Friday respectively but the number is minimal since this is a new project. The sports wears are to be grouped in houses with names like LEO house, HERMA house, SAMANYA house and KIBAGO house. The colors are yellow, Orange, ocean blue and red with a black short.”
We zijn op een woensdag voor meerdere vergaderingen op de Aunt Kevin school o.a. met de penningmeester van de school. Plotseling gaat hij op een leerling af en laat zijn rugzijde zien.
We schieten in de lach als we de tekst zien “Herma house”.
Daarna is de headmaster aan de beurt. Hij gaat op zoek naar een leerling met een blauw shirt. Jawel, hier lezen we : “Leo house”.
Aunt Kevin. New born.