5. Projecten

5.1. Schoon, daar krijg je nooit genoeg van!

Door de projecten Goat to Goat wil het Lejofonds komen tot inkomensverbetering van de aangesloten families waardoor zij het schoolgeld van hun kinderen kunnen betalen.

Daar komt binnenkort het tentenproject in Nkonkonjeru bij en de projecten i.s.m. EFA (Eco Fuel Africa)

Door projecten zoals Solar Cooking en Solar Lighting verbetert het Lejofonds de levensomstandigheden van de mensen.

Door armoede en slechte hygiëne zijn mensen vaak ziek waardoor er geld besteed moet worden aan behandeling en medicijnen. Geld wat er vaak niet is met alle gevolgen vandien.

We hebben dat onlangs nog gezien bij het jongetje Jovan. We treffen hen ziek aan bij zijn oma. Het ventje ziet er belabberd uit.

Oma vertelt dat ze hem pijnstillers geeft. Dat doet ze vaker want het ventje is keer op keer ziek. Een bezoek aan het ziekenhuis wordt niet overwogen. Daar is geen geld voor.

Voor ons is het duidelijk. Het ventje moet naar het ziekenhuis. We regelen het. Jovan krijgt daar direct een bloedtransfusie. Duidelijk is dat iets later ingrijpen fatale gevolgen gehad zou hebben.
De leden van de projecten van het Lejofonds doen weinig aan preventie van ziekten. Het Lejofonds brengt daar sinds 2013 verandering in.

De coördinator onderstreept tijdens de maandelijkse vergaderingen het belang van een goede hygiëne. Het is belangrijk het erf rond het huis goed schoon te houden om malaria te voorkomen.

Er moet een “trash pit” gegraven worden, een kuil waarin het afval komt te liggen.
Families werken met een “plate stand”, zeg maar een afdruiprek voor de afwas. De “tip tap” is geïntroduceerd. Dit is een eenvoudig apparaat om je handen te wassen. De tip tap is waterbesparend. Het kan eenvoudig met de voet bediend worden. Het risico om ziektekiemen op te pakken via de handgreep van een kraan wordt vermeden.

De coördinator bezoekt regelmatig alle families die deelnemen aan de projecten Goat to Goat. Daarbij kijkt hij ook hoe het gesteld is met de hygiene en geeft zonodig advies voor bijstellingen.

Om ook kinderen het belang van een goede hygiëne bij te brengen, heeft het Lejofonds vorig jaar een hygiëneproject geïntroduceerd op Gods Glory nursery and primary school. Zie ook nieuwsbrief 28.

Zeer belangrijk voor de hygiëne is het kunnen beschikken over goede sanitaire voorzieningen. En daar schort het nog aan bij een aantal families in het project.

We bezoeken vijf families die dringend behoefte hebben aan een goed toilet. We geven aan dat we de families ondersteuning willen geven in het bouwen van nieuw toilet, maar dat we eerst willen weten welke bijdrage de mensen zelf kunnen leveren.

Alle families geven aan te zorgen voor het graven van een gat. Dat is geen geringe opgave, want het gat moet 15 meter (!) diep zijn. Bij een familie is het gat al gegraven.
Door geldgebrek is men nooit verder gekomen.

Rebecca wil dolgraag een w.c. Ze heeft niemand die haar kan helpen. Ze is te arm om iemand te huren die het gat graaft. Rebecca is bang dat ze de kans op een w.c. mist en is zelf, buiten ons weten om, begonnen te graven. Ze is al zes meter diep als ze op stenige grond stuit. Ze kan niet verder. Maar ze kan ook niet meer.

We zijn zeer verbaasd als we ontdekken wat ze gedaan heeft. Het is haast onmogelijk. Rebecca heeft zich meer dan genoeg bewezen. Het Lejofonds huurt iemand in om het karwei af te maken.
Rebecca valt op haar knieën van dankbaarheid. Als al haar wensen uitkomen zullen we nog lang leven.
Het Lejofonds heeft inmiddels een vaste aannemer. Met hem maken we afspraken over de bouw van toiletten. De betreffende families zijn groot. We besluiten tot de aanleg van een dubbel toilet. De ruimte voor de toiletten wordt ommuurd zodat deze ruimte als badgelegenheid kan dienen. Met de aannemer bezoeken we nu opnieuw de families. De aannemer kan de situatie in ogenschouw nemen en beoordelen of de gegraven gaten voldoen aan zijn normen.

Het is de families duidelijk dat de bouw doorgaat. Men is dolblij. Vrouwen knielen op de grond . Het God bless you is niet van de lucht.

De volgende dag bezoeken we opnieuw de families, nu met de coördinator. De bouwmaterialen zijn al bij de families gebracht.
De cementzakken worden naar binnengebracht zodat ze niet nat kunnen worden. Het regenseizoen is net begonnen.
Bij één familie is men al begonnen met het metselwerk.
Opnieuw een dag later passeren we Seeta Nazigo op weg naar Nkonkonjeru voor een bezoek aan de Kisimbizi primary school. We kunnen het niet laten even een bezoekje te brengen aan de “w.c.-families”. Een aantal toiletten krijgt al vorm. De mensen worden steeds blijer. De dank steeds groter. God heeft het druk met ons.

5.2. EFA voor Eva’s

We hebben bijeenkomsten achter de rug met vertegenwoordigers van EFA (Eco Fuel Africa), in zowel Seeta Nazigo als Nkonkonjeru.

In Seeta Nazigo is Moses Sanga, oprichter en directeur van EFA, zelf aanwezig. Het is een charismatische man. Hij doet zijn verhaal in de “local language”.
Daar verstaan we niets van. Wat wel opvalt, is de intense aandacht die de aanwezigen voor zijn verhaal hebben.

Moses vertelt eerst wat aan de oprichting van EFA vooraf is gegaan. In grote lijnen hebben we dit verhaal al in het vorige reisverslag gemeld. De reden waarom veel Afrikanen volgens Moses arm zijn, is omdat ze niet hard werken. Men kijkt alleen naar vandaag. Morgen bestaat niet. Het liefst wil men hier alles gratis hebben. Bij de blanken is dat heel anders, is zijn betoog.

Het EFA project in samenwerking met het Lejofonds is bedoeld voor vrouwen. Vrouwen nemen de zorg voor de kinderen op zich. Zij zorgen er zo veel mogelijk voor dat kinderen naar school kunnen gaan.
Geef je mannen geld dan vind je ze ’s avonds terug in de bar met een nieuwe vriendin.

Door hard te werken binnen het project, zal men succes hebben en een inkomen verdienen dat hun leven verandert, betoogt Moses. Mensen op andere plaatsen hebben dit al bewezen.

Het Lejofonds betaalt voor het trainen van de mensen die deelnemen aan het project. De trainingen worden verzorgd door EFA. Het kan niet zo zijn dat de investeringen van het Lejofonds teniet worden gedaan doordat mensen niet met een goede werkhouding in het project staan. Mensen die interesse hebben, moeten ook bereid zijn hard te werken, zo houdt Moses de aanwezigen voor.

Daarna is het woord aan een van de medewerkers van Moses.
Hij legt het proces van houtskool maken uit afval uit.

Je hebt resten van suikerriet nodig, alle soorten gras,droge bananenbladeren, kaf van rijst en nog meer afvalproducten.

In een soort oven wordt het afval half verbrand tot het zwart verkleurt. Het organische materiaal verandert in koolstof.
Het materiaal wordt begoten met water zodat het bezinkt.

Dit materiaal wordt in een machine gemixt met klei, cassave meel of andere stoffen. We noemen het nu char.
De char wordt nu in een machine tot houtskool briketten geperst.

De briketten worden vervolgens buiten te drogen gelegd. Daarna worden de houtskoolbriketten verpakt en verkocht.

Het project kan werk bieden aan een twintigtal mensen. Er zijn mensen nodig die het afval verzamelen. Het afval moet omgezet worden in char. De houtskoolbriketten moeten geperst worden. En tenslotte zijn er verkopers nodig.

Zowel in Seeta Nazigo als in Nkonkonjeru zijn de mensen razend enthousiast over dit project.

Het is nu aan het Lejofonds te bezien welke mensen kunnen deelnemen aan het product en hoe de taakverdeling zal zijn. Daarna kan EFA starten met het geven van de noodzakelijke trainingen.

5.3. My Book Buddy verrast Gods Glory

My Book Buddy richt speciale bibliotheken in, op scholen voor kansarme kinderen in ontwikkelingslanden.
De kinderen nemen in een speciaal rugzakje wekelijks een door hen zelf gekozen boek mee om thuis te lezen.

Het Lejofonds heeft vorig jaar met succes een aanvraag bij My Book Buddy ingediend voor Gods Glory nursery and primary school. In overleg met My Book Buddy is destijds besloten dat het Lejofonds voor My Book Buddy de implementatie verzorgt.

We zijn een jaar verder. De school houdt nu in het kader van My Bookk Buddy een voorleeswedstrijd. We zijn daarbij uitgenodigd.

Wanneer we bij Gods Glory aankomen voelen we al een zekere spanning. Overal staan groepjes kinderen te lezen. Leekrachten geven de laatste aanwijzingen.
Op een teken verzamelen alle kinderen zich in de gemeenschapsruimte. Uit de verschillende klassen zijn vier voorleesgroepen samengesteld die het tegen elkaar opnemen. Elke groep heeft een naam van een voor de school belangrijk persoon of personen. Zo is er ook een Leo en Herma groep.

Voordat de voorleeswedstrijd begint, is er nog een poppenkastspel, verzorgd door de kleuters. Zie nieuwsbrief 28 wat betreft de herkomst van deze poppen.

Wanneer er bij de voorleeswedstrijd een kind voor de Leo en Herma groep in het strijdperk treedt, zorgt Herma ervoor dat het een feestelijk hoedje op krijgt. Het is niet duidelijk of het aan de hoedjes ligt of de kwaliteit van het voorlezen, maar de Leo en Herma groep zijn de uiteindelijke winnaars.

Leo en Herma, het lijkt alsof ze erop gerekend hebben, belonen de winnaars met een leuke prijs. Voor de gehele school heeft Leo nog een flinke verrassing.

Na een rapportage aan My Book Buddy over de leeservaringen in het eerste jaar is besloten tot uitbreiding van de klassenbibliotheek. Leo en Herma mogen namens My Book Buddy een grote doos vol nieuwe boeken aanbieden. Daar wordt zeer enthousiast op gereageerd. De leeshonger op Gods Glory is groot. Nieuwe voeding is zeer welkom.

Geef een reaktie