2. Terug in Oeganda

2.1. Katongole, terug bij af.

In de “Terugblik Oeganda 2010” schrijven we: “Dit jaar hebben we ervoor gezorgd dat zeven dove kinderen uit hun isolement zijn gehaald en nu onderwijs krijgen op de dovenafdeling van de Bishop Westschool.” Zij zitten daar op het internaat.

Een van de zeven kinderen is Katongole. Al gauw blijkt dat Katongole weinig zitvlees heeft en niet al te veel interesse heeft in schoolse zaken. Hij is het liefst buiten. Als hij de kans schoon ziet, verlaat hij het schoolterrein want de wijde wereld heeft Katongole veel interessants te bieden.

Het Lejofonds heeft het schoolgeld voor het eerste jaar betaald. Ook hebben families een geit gekregen om mee te fokken. Na het eerste jaar wordt van ouders verwacht dat zij de zorg voor hun kind en daarmee ook de betaling van het schoolgeld op zich nemen. Dat komt te vroeg. Het Lejofonds is bereid langer ondersteuning te geven. De ouders van Katongole krijgen een paar varkens zodat sneller geld gegenereerd kan worden.

Katongole is met enige regelmaat ziek. De school trommelt in dat geval de ouders op. Zij moeten het kind mee naar huis nemen om uit te zieken.

De ouders van Katongole hebben daar al gauw genoeg van. Als vader ook zonder toestemming de varkens verkoopt betekent dit het einde van de ondersteuning. En al gauw blijkt dit ook het einde van de schoolloopbaan van Katongole.

We zien Katongole vanaf die tijd overal en nergens opduiken in een naburig dorp en altijd bedelend om geld. Er wordt lacherig over Katongole gedaan. Hij verwordt tot een dorpsgekje.

Het is pijnlijk om te zien. In een vorig reisverslag hebben we verhaald hoe een andere dove jongen, James, met behulp van het Lejofonds succesvol een opleiding tot timmerman heeft afgerond op een school voor voorbereidend beroepsonderwijs.

Het lijkt ons ook een ideale school voor Katongole.

We gaan naar het huis van Katongole. De familie blijkt er niet meer te wonen. Oma blijkt langdurig ziek te zijn geweest en is inmiddels overleden. Vader heeft veel geld uitgegeven voor behandelingen van oma, ook in het ziekenhuis. Hij heeft zich in de schulden gestoken, kon die niet op tijd terugbetalen en al helemaal niet de boetes die daarop volgden.

De familie werd gedwongen het huis te verkopen. We komen terecht bij een nieuw onderkomen, veel te klein om het grote gezin te herbergen.
De ouders zijn niet thuis. Met een oudere zus bespreken we ons voorstel. We spreken af de volgende dag met Katongole en zijn zus een kijkje op de nieuwe school te nemen.

Voordat we vertrekken delen we nog kleding uit.
De volgende dag staat Katongole ons op te wachten in het oude uniform van Bishop West. De ouders zijn thuis en ook de kinderen. Negen kinderen telt het gezin. Twee kinderen gaan niet naar school, James van 5 en Dirisa van 8 jaar oud. Ze zijn terug gestuurd want ze hebben geen schoenen en ook een uniform ontbreekt.

Deze kinderen hebben pech. Het geld is op. Herma haalt haar notitieblok tevoorschijn en laat de twee kinderen er een voet op zetten. Zij tekent de omtrek.

In de auto schrijven we wat woordjes op papier en proberen zo contact te krijgen met Katongole. Hij heeft geen oog voor de tekst en zet alleen wat krabbels neer. Als we daar vervolgens tekeningen van maken heeft hij schik. Hij blijft krabbelen. Wij blijven tekenen. Woordjes schrijven heeft geen zin. Katongole kan niet lezen of misschien is alles weg gezakt.
Op school worden we hartelijk ontvangen. James is ook aanwezig. Hij begroet Katongole heel hartelijk.
De manager van de school is ervan overtuigd dat de school Katongole goed kan begeleiden. De opleiding is praktisch gericht. Ook de leerkracht van James, hij kent intussen al aardig wat gebarentaal, denkt Katongole op te kunnen leiden tot timmerman, zelfs nu blijkt dat hij niet kan lezen.

We besluiten gezamenlijk dat Katongole drie dagen de school bezoekt. Zo kan onderzocht worden hoe Katongole het beste begeleid kan worden.

En we besluiten dat Katongole direct maar op school moet blijven. De oudere zus kan terug naar huis om nachtkleding en wat toiletspullen op te halen.

We nemen afscheid van Katongole. Hij staat wat beteuterd te kijken. James ontfermt zich over Katongole. Via gebarentaal kan hij contact maken.

De volgende dag ontvangen we al vroeg het volgende mailtje van onze coördinator:

There are problems with Katongole. The manager did not sleep because Katongole spent the whole night unsettled, crying, making noise, moving from here and there.
He refused to eat. Today when he was taken to the workshop he was just crying all the time. The teacher said he does not understand any sign language. Sometimes he behaves like he is possesed by evil spirits.

So they phoned the sister of Katongole that she must go to the school because they could not understand Katongole.

The sister phoned me and i told her to immediately visit Katongole to see what the problem was.

When she reached the school i talked to the manager and the teacher and they  told all that. So they said they will not manage Katongole. The sister came back with him. So he is back home.

We zijn dus terug bij af.

Twee dagen later bezoeken we de familie. We hebben schoenen bij ons voor James en Dirisa.
We betalen voor de uniformen. James en Dirisa kunnen nu in elk geval terug naar school.

Het is een dag na de verjaardag van Katongole. Hij is veertien jaar geworden. Dat is niet gevierd want men is gewoonweg vergeten wanneer Katongole jarig is.

Katongole begeleidt ons als we weer terug lopen naar de auto. Zijn ene hand staat weer voortdurend in de bedelstand.

We zijn terug bij af. Maar dat wil niet zeggen dat de strijd gestreden is.

2.2. Met eigen ogen

Op 28 november 2014 krijgen we via Partin, de branche organisatie voor particuliere initiatieven waar ook het Lejofonds bij is aangesloten, het volgende bericht:

Beste Partin-lid, 
Je ontvangt dit bericht van me omdat ik wil vragen of je mee wilt werken aan een bijzonder project.

Laat ik me eerst even voorstellen. Mijn naam is Guido Castagna.
Ik ben afgestudeerd journalist en na omzwervingen bij verschillende kranten inmiddels een tijdje werkzaam in de communicatie. Nu keer ik terug naar de journalistiek.

Daarom vertrek ik begin volgend jaar voor een aantal maanden naar Oost-Afrika (Kenia, Tanzania, Rwanda, Uganda, Burundi) om daar verhalen te maken over verschillende Nederlandse particuliere initiatieven.

Ik wil onder andere ingaan op wat initiatiefnemers drijft en inspireert; waarom doen ze wat ze doen? Met deze verhalen, die bedoeld zijn voor verschillende media, wil ik een genuanceerder beeld geven van particuliere initiatieven en kleinschalige ontwikkelingssamenwerking.

Mijn ervaring is namelijk dat het brede publiek nog weinig van dit soort initiatieven weet. 

Als je zelf aanwezig bent bij je initiatief tussen februari en mei 2015, zou ik graag nader kennis met je willen maken, zodat ik wat meer over het project kan vertellen en kan bepalen of ik jouw initiatief kan bezoeken.

We melden het Lejofonds aan.

Op 30 december 2014 krijgen we het volgende bericht:

“De afgelopen weken zijn we druk bezig geweest met het bekijken van verschillende initiatieven. De eventuele route die we kunnen nemen en hoe dit allemaal in elkaar past. Het heeft daarom even geduurd, excuses hiervoor, voor we goed konden reageren op je aanbod. Maar we zouden Lejofonds graag opnemen in ons project! …….”

De afgelopen dagen zijn we samen met Guido, die vergezeld is van Maaike, opgetrokken.
De eerste dag, in feite avond, gaat op aan een kennismakingsgesprek.

De volgende dag staat Seeta Nazigo centraal.We bezoeken families van het project Goat to Goat. Daarbij komen vele vragen aan de orde. Wat zijn de opbrengsten van het project? Op welke wijze verbetert het Lejofonds structureel de levensomstandigheden van de mensen? Dit zijn enkele voorbeelden. 03 Gods Glory nursery and primary school staat verder centraal die dag. We kijken naar de verbeteringen van de gebouwen, de aangelegde waterpomp, maar ook de ondersteuning op het gebied van onderwijs komt aan de orde en vervolgens de inspanningen van het Lejofonds om de fianciën op orde te krijgen en te werken met een solide budget.

De derde dag gaan we naar Nkonkonjeru.
Directeur Spencer ontvangt de gasten heel hartelijk. 04 Uitvoerig staan we stil bij de realisatie van de nieuwe school door toedoen van het Lejofonds. Uiteraard is er ook aandacht voor de aanleg van een waterpompinstallatie. 05 Een week geleden is men begonnen met het graafwerk.Tot onze verrassing heeft men het waterniveau al bereikt. 06 Ook in Nkonkonjeru ontbreekt het bezoeken van families niet. Daartoe behoren ook een paar kandidaat-leden. Enkele weken week geleden hebben we die families al bezocht. Daarbij is duidelijk dat de betreffende families toegelaten kunnen worden tot het project. Het is nu zaak dat er een stal gebouwd wordt. De gestelde termijn daarvoor is verlopen en we willen nu checken of de stal af is.

Wanneer er “muzungu’s (moe-zoen-koes, blanken) op bezoek komen, is er vaak veel bekijks. Buurkinderen komen kijken wat er aan de hand is. En iedereen wil graag op de foto.

Dat is vandaag niet anders. Bij een van de families komt de buurvrouw met een jongen van zes jaar oud aanzetten. De jongen, Faisal genaamd, is doof. Vader is niet in beeld. Moeder heeft het kind gedumpt toen het vijf maanden oud was. De buurvrouw fungeert nu als, laten we zeggen, pleegmoeder. Faisal heeft nog nooit een school van binnen gezien. Daar moet verandering in komen, vinden we. We zeggen de steun van het Lejofonds toe om Faisal onderwijs te laten volgen.

De volgende dag staat er nog een slotgesprek op het programma. Dat beslaat 2 1/2 uur. 07 Ook met onze coördinator van ons project Goat to Goat is er een slotgesprek.

Het bezoek van Guido en Maaike is heel verfrissend geweest. Door hun vraagstelling en de daarop volgende reacties kijk je met andere ogen naar de projecten, de activiteiten, de opbrengsten en resultaten.

Guido en Maaike vetrekken met heel veel informatie. Het zal een hele klus zijn in onze ogen daar een samenhangend verhaal van te maken wat misschien deel gaat uitmaken van een boek. Ook is het mogelijk dat ook de verkregen informatie een artikel wordt gedistilleerd voor een krant of tijdschrift.
We zijn benieuwd.

Degen die meer willen weten van het project van Maaike en Guido verwijzen we naar www.meteigenogen.com.

2.3. Hadija

01 In 2014 schrijven we in een van de reisverslagen o.a.het volgende:

……….”Aanvankelijk treffen we niemand thuis. Maar dan zien we haar in de verte aankomen. Van de goedlachse vrouw die we kennen is niets meer over. We zien een zeer bedrukt gezicht. Het huilen staat nader dan het lachen. Dat eerste gebeurt dan ook. Er zijn grote problemen. Manlief heeft haar het huis uitgezet. We proberen contact met hem op te nemen. Tevergeefs.

Moeder is met dochtertje Hadija van bijna drie jaar. Het kind heeft al een jaar last van maandelijkse bloedingen. De bloedingen worden steeds sterker. Voor de omgeving is het duidelijk. Het kind is bezeten van duivelse machten. Tot onze grote verbazing geeft onze coördinator aan dat in een dergelijk geval slechts een ding rest: Naar de kerk gaan en bidden.

We zien een andere oplossing: Naar het ziekenhuis! We roepen weer de hulp in van onze vriend Ismael. Moeder kan direct terecht. We geven moeder geld zodat vervoer naar Mukono geen probleem is.

’s Avonds bezoeken we het ziekenhuis. Ismael vertelt dat het kind aan malaria lijdt. Inwendig is er niets stuk. Hij heeft moeder op het hart gedrukt bij een volgende bloeding direct terug te komen zodat verder onderzoek naar de oorzaak mogelijk wordt.

Inmiddels is duidelijk dat moeder haar toevlucht weer heeft gezocht bij een kruidendokter. Daar is niet veel goeds van te verwachten.”

Een paar weken terug worden we in Oeganda gebeld door moeder. Ze heeft elders onderdak gevonden bij familie. Ze is werkloos en heeft geen inkomsten. Haar dochtertje moet naar school. Maar daarvoor ontbreekt het geld. Ze roept opnieuw de hulp in van het Lejofonds.

We besluiten haar te helpen. We zorgen voor wat schoolbenodigdheden en een uniform. Daarnaast betalen we het schoolgeld voor het eerste trimester.

We maken duidelijk dat moeder serieus op zoek moet gaan naar werk. Vanaf het tweede trimester zal zij zelf voor het schoolgeld moeten zorgen.

Het Lejofonds maakt alleen de start van een schoolloopbaan mogelijk. 02

Geef een reaktie