6. Oplossingen

We geven nu ook onderwijsinhoudelijke ondersteuning aan de Aunt Kevin nursery and primary school. We zijn in ons element.
Op uitnodiging wonen we een “parents-meeting” bij. En we zorgen dat een paar thuisblijvers weer een kans krijgen om naar school te gaan.
Dit leidt tot de volgende verhalen:


6.1. We doen een boekje open

Het Lejofonds wil het onderwijs op Aunt Kevin ondersteunen door de aanschaf van leer- en leesboeken mogelijk te maken. Vorig jaar hebben we daar een begin meegemaakt. Nu willen we zorgen voor een forse uitbreiding.

Er is een nieuwe headmaster. We vragen hem een lijst te maken van de al aanwezige boeken ( we willen een dubbeling vermijden) en we willen een lijst met boeken die de school graag wil hebben maar vooral nodig heeft.

En daarmee begint een struikelpartij die een paar weken aanhoudt. De headmaster komt met een lijst dat voor ons niet duidelijk is, ook niet nadat we verschillende keren toelichting hebben gevraagd. Bijkomend probleem is dat gewenste aantallen van leerboeken steeds wisselen.

De nieuwe “deputy – headmaster” bemoeit zich ermee en maakt er een potje van. Als er toch geld genoeg is dan van elk boek maar het hoogst mogelijk aantal exemplaren. Ja, mooi niet!

We krijgen geen beeld van welke boeken nu werkelijk op school aanwezig zijn. We breken nu onder schooltijd bij elke klas in om de aanwezige boeken in de kast te noteren. Daarbij ontdekken we dat een aantal leesboeken verkeerd zijn ingedeeld. En dus krijgen enkele leerkrachten er een schone taak bij. Nu we weten welke boeken op school aanwezig zijn, willen we weten welke boeken gewenst zijn. We roepen nu alle leerkrachten op hun wensen kenbaar te maken. En daarmee wordt het doolhof steeds groter.

Voor de aanschaf van leesboeken willen we een goed beeld hebben van het leesonderwijs van P1 t/m P6. Door verschillenden gesprekken met de leerkrachten van de nursery over het werken in hoeken weten we wat daar nodig is.

Uiteindelijk hebben we aparte gesprekken met de leerkrachten van P1 t/m P6 hoe zij het leesonderwijs in hun klas vormgeven. En daar komt een heel divers beeld uit. Ook de tijd besteed aan lezen verschilt sterk.

Een doorgaande lijn voor leesonderwijs in de school is nodig. Daarover willen we in gesprek met de school. Het blijkt dat we hiervoor bij de “directors of study” moeten zijn.

We praten uitgebreid over de verschillende vormen van leesonderwijs in de verschillende klassen en de tijd die daarvoor beschikbaar moet zijn. We onderscheiden individueel lezen, technisch lezen en begrijpend lezen. Verheugend is dat men erin mee wil gaan voor het technisch lezen de kinderen in groepen in te delen. Revolutionair in Oeganda kun je haast stellen.

De “directors of study” beleggen dezelfde week nog een teamvergadering waarin zij de nieuwe leeslijn bespreken. Het team gaat akkoord de verschillende leesvormen in te voeren op de wijze zoals besproken.

Wij hebben nu een beeld welke boeken de school nodig heeft voor het leesonderwijs.
Nu nog de leerboeken voor de verschillende vakken.

We hebben een lange lijst gemaakt met daarop de boeken die de headmaster wenselijk acht met daarnaast een lijst met de wensen van de leerkrachten. De lijsten verschillen nogal. Daar moet een gezamenlijke lijst uitkomen. We bespreken de lijsten eerst met de “directors of study”. ’s Middags roepen we alle betrokkenen bijeen en geven de opdracht er een gezamenlijke lijst van te maken. Bloed, zweet en tranen. We kijken toe. Als duidelijk wordt dat het nog lang kan duren voordat het karwei geklaard is, gaan we andere dingen doen, buiten school.

Na zes uur komen we terug. Men is bezig met de laatste loodjes.

We hebben de benodigde informatie en kunnen de volgende dag nar de uitgever in Kampala. Daar maken we ons wensenlijstje bekend zodat men bezig kan gaan met de uitvoering van onze order.

6.2 Door God gezonden

Aunt Kevin organiseert een vergadering met de ouders. We zijn ervoor uitgenodigd. De vergadering staat gepland om twee uur ’s middags.

Wanneer we ’s middags een hapje eten in een eenvoudige eetgelegenheid komen we de “director” van de school tegen. Hij denkt dat we op tijd zijn als we om half drie op school zijn.

Tegen die tijd zijn we in de gemeenschapsruimte van de school. De ruimte loopt al aardig vol.

We krijgen een agenda uitgereikt. Daarop zien we dat er liefst negen sprekers zijn. Ook Leo staat als spreker op de lijst. Wel als laatste. Klapstuk van de veiling?

Op een tweede vel papier staat in hoofdlijnen de inhoud van de speech van enkele sprekers. Het is duidelijk, het wordt een lange zit.

Gelukkig is de vergadering “tweetalig”. De sprekers houden hun speech in het Engels. Er zijn enkele personen beschikbaar die voor een vertaling in het Lugandees zorgen.

Zo kunnen we in elk geval volgen wat er gezegd wordt. Dat is weleens ander geweest.

Aan het begin van de vergadering worden de teamleden voorgesteld. Vele leerkrachten zijn nieuw. Daarna is het de beurt aan de sprekers. Alle sprekers bespelen de loftrompet en bedanken ons uitvoerig voor wat we namens het Lejofonds voor de school doen en gedaan hebben. Voor sommigen is het duidelijk dat we door God gezonden zijn.

Op een gegeven moment krijgt een politieofficier het woord. Hij is met de inspecteur van onderwijs op bezoek geweest bij alle scholen in Nkonkonjeru. Het is niet ongebruikelijk dat een politieman de inspecteur van onderwijs begeleidt bij het bezoeken van scholen. Mochten zich er problemen voordoen dan kunnen die meteen opgelost worden.

De politieofficier is na het bezoek aan alle scholen tot de conclusie gekomen dat Aunt Kevin nursery and primary school nu de beste school is van Nkonkonjeru. Hij heeft meteen zijn kinderen van school gehaald en als leerling bij Aunt Kevin ingeschreven.

Het verhaal gaat erin als koek.

Na drie-en-half uur is het de beurt aan Leo. De mensen zijn na zo’n lange tijd luisteren zichtbaar vermoeid, zo geeft hij aan. Daarmee wordt ook duidelijk wat de kinderen doorstaan die de hele dag moeten luisteren naar een leerkracht die frontaal voor de klas staat te oreren. Verheugend is dat de school open staat voor meer kindgericht onderwijs waar we een stukje begeleiding aan mogen geven.

De school groeit als kool dankzij de steun van het Lejofonds. In sommige klassen komt het leerlingenaantal boven de dertig uit.
Leo geeft aan dat het goed zou zijn een leerlingenstop te overwegen om te voorkomen dat de school aan eigen succes ten onder gaat.

6.3a. Ze zit graag met de handen in het haar

Er zijn veel kinderen in Nkonkonjeru die niet naar school gaan omdat het schoolgeld niet betaald kan worden. Het Lejofonds geeft kinderen een nieuwe kans. We geven hier het verhaal van Gorette en Grace. Gorette, een meisje van 4 jaar, woont samen met haar moeder in een eenvoudig huisje. In het huisje is geen tafel of stoel te bekennen. Er ligt alleen een matras op de grond waar moeder Florence en Gorette op slapen. De man van Florence is enige tijd geleden overleden. Florence heeft nog drie andere kinderen in de leeftijd van 10, 13 en 15 jaar. Ze kan deze kinderen niet onderhouden. De kinderen worden opgevangen door familieleden in Kampala.

Florence verdient wat geld als kapster. Ze komt daarvoor bij de klanten aan huis. De inkomsten zijn echter niet voldoende om het schoolgeld voor Gorette te betalen.

Het Lejofonds wil in een dergelijke situatie een helpende hand bieden onder voorwaarde dat de hulp tijdelijk is en dat er vooruitzichten zijn dat er binnen afzienbare tijd structurele inkomsten zijn te verwachten.

Florence wil nu starten met een eenvoudige “saloon”. Ze wil in haar kamer een scheidingswand maken van meubelplaat. Tegen de wand moet een spiegel komen. Er moet een föhn komen en wat eenvoudige cosmetische materialen.

Voor het huis staat een eenvoudig verkoopstalletje dat een opknapbeurt verdient. Dat zou kunnen met bouwmaterialen die vrijgekomen zijn bij de bouw van de toiletten op Aunt Kevin. Daar zou Florence houtskool van het project Green Charcoal Lejofonds kunnen verkopen.

We betalen het schoolgeld voor Gorette dit trimester. We zorgen ervoor dat Florence de nodige materialen krijgt om te kunnen starten met haar “saloon” en met het verkoopstalletje. Coördinator Daniel Kibago zal de voortgang in de gaten houden.

6.3b. Niet naar school omdat de plastic zakjes niet meer sluiten

We ontmoeten Grace thuis bij haar moeder. Grace woont met haar moeder in een eenvoudig onderkomen dat beschikbaar is gesteld door familieleden. Moeder hoeft daarom geen huur te betalen.

Moeder heeft vier kinderen. Drie kinderen zijn al het huis uit. Grace is een nakomertje. Uit de schoolrapporten blijkt dat Grace een pientere leerling is. Ze gaat nu niet meer naar school omdat moeder het schoolgeld net kan betalen. Haar kinderen zijn niet in een situatie dat zij moeder financieel bij kunnen staan. Ze zorgen zo mogelijk voor eten.

Grace is tot P5 leerling van de Little Angels primary school geweest. Moeder wil nu graag dat Grace naar Aunt Kevin gaat. Ze weet dat de school dankzij een buitenlandse stichting vernieuwd is. Ze is blij verrast als ze te horen krijgt dat wij daarachter zitten. Ze staat onmiddellijk op om ons handenschuddend te bedanken.

Moeder kan het schoolgeld voor Grace niet betalen. Een groot deel van haar inkomen is weggevallen. Moeder maakte limonadesiroop en verpakte dat voor de verkoop in plastic zakjes, sluitend gemaakt met behulp van een sealapparaat. Het apparaat is stukgegaan. Geld voor een nieuwe is er niet.

Wanneer er een nieuw apparaat komt, kan moeder de productie hervatten en zullen er binnen afzienbare tijd weer genoeg inkomsten zijn om het schoolgeld voor Grace weer te kunnen betalen.

Ook hier betaalt het Lejofonds het schoolgeld voor het eerste trimester. En we zorgen ervoor dat er een nieuw sealapparaat komt.

Twee gelukkige mensen zwaaien ons uit.

Geef een reaktie