Nieuwsbrief 03 – Een nieuw project voor dove kinderen

Dit is de derde nieuwsbrief sinds het Lejofonds actief is in Oeganda. In deze nieuwsbrief willen we u een overzicht geven van de activiteiten van de afgelopen drie maanden van het Lejofonds of waar het Leofonds bij betrokken was. Verder benoemen we enkele plannen voor de toekomst. Dit alles is ondergebracht in de volgende hoofdstukken:

  • 1. Goat to goat, voortgangsrapportage
  • 2. Een nieuw project voor dove kinderen
  • 3. ANBI-beschikking
  • 4. Publiciteit, fondsen en support
  • 5. Doneren

Er is veel gebeurd en dat betekent dus een uitvoerige nieuwsbrief.

1. From goat to goat, voortgangsrapportage
M.b.v. het Lejofonds zijn, zoals gemeld, een aantal drachtige vlees- en melkgeiten van het Zuid-Afrikaanse ras aangeschaft en ook een bok. Daarnaast is er geld beschikbaar gesteld voor het bouwen van een stal. Daarmee kon het project “From goat to goat” van start gaan in de geplande opzet. In Nieuwsbrief 01 schreven we: “Een project opzetten is niet het moeilijkste. Een project in stand houden of verder uitbouwen, dat is iets anders.

Kostenposten
Kostenposten binnen het project zijn:

  • – Training van mensen die een geit krijgen.
  • – Salariskosten van de trainers
  • – Kosten voor de diensten van de veearts
  • – Medicijnen; kosten voor vaccinaties, ontwormen
  • – Transportkosten; vervoer van de geiten; controlerondes
  • – Rapportage en communicatie

Hoewel deze kosten te voorzien zijn, waren hiervoor aan het begin van het project geen gelden voor gereserveerd. Het werd aan de creativiteit van onze counterpart, de plaatselijke stichting, overgelaten om oplossingen te vinden. Dit is niet vol te houden. Inmiddels heeft het Lejofonds daarom gelden beschikbaar gesteld voor deze posten voor de duur van een half jaar. Aan het begin van het project werd nog uitgegaan van het feit dat het Zuid-Afrikaanse geitenras zogenaamd “zero-grazing” is, wat inhoudt dat zij op stal kunnen blijven en daar gevoerd worden. Naderhand is gebleken dat het beter is dat de geiten overdag buiten staan. Land is beschikbaar, maar het moet omheind worden.

Voortgangsrapportage augustus 2009
-In de tweede voortgangsrapportage blijkt duidelijk dat het realiseren van een omheining een eerste prioriteit is. N.a.v. dit rapport heeft het Lejofonds laten weten een omheining te financieren.

– In de afgelopen periode is het ongekend droog geweest in bijna geheel Oeganda. Het verzamelen van het nodige gras voor de geiten, wat toch al een moeilijke opgave was, werd daardoor een onmogelijke opgave. Besloten is de bananenschillen van de verschillende restaurants in Mukono op te kopen. Dit brengt extra kosten met zich mee, niet alleen de koop van de bananenschillen, maar ook de vervoerskosten. Voor het vervoer van de bananenschillen moet een boda boda rijder (“motorbike-taxi”) gehuurd worden. Het rapport beveelt de aanschaf van een fiets aan. Kosten: 65 dollar oftewel 45 euro. Moge een sponsor zich melden! De man die normaliter het gras verzamelt, kan dan met de fiets de schillen ophalen. (Mukono ligt een paar kilometer verderop.)

– Ook vanwege de vervoerskosten zijn de eerste geiten uitgegeven aan gezinnen die dichtbij wonen. Families die in aanmerking komen voor een geit zijn vaak families die nauwelijks in staat zijn twee maaltijden per dag voor het gezin te verzorgen. Zij hebben dan ook problemen te voldoen aan de voorwaarde van het project zelf een onderdak te bouwen voor een geit. Dit brengt kosten met zich mee, te hoge kosten leert nu de ervaring. Sommige families zijn op een of andere manier een micro-krediet aangegaan en worstelen nu met de aflossing. Er wordt een beroep gedaan op het Lejofonds ter ondersteuning in deze. Wanneer de problemen rond vervoer en onderdak voor de geiten opgelost worden, kunnen meer geiten uitgegeven worden.

-De melkgeiten blijken meer bevattelijk voor ziekten te zijn dan de vleesgeiten. Een oorzaak is niet duidelijk. De nieuwe veearts is zeer actief en is bij ziekte direct afroepbaar.

– Er zouden meer drinkbakken moeten komen voor de geiten. Het is onduidelijk of op tijd noodzakelijke likblokken worden aangeschaft. Het ontwormen gebeurt soms te laat. Al deze zaken hebben te maken met gebrek aan geld.

Het project loopt twee jaar. Jaarlijks vindt er een evaluatie plaats. Na twee jaar wordt de voortgang bepaald. De verwachting is dat het project op termijn financieel onafhankelijk wordt. Zie ook de prognose na deze nieuwsbrief.

In het laatste contact met onze counterpart over het project “From goat to goat” werd o.a. het volgende gemeld:

Veel ouders in Oeganda die gehandicapte kinderen krijgen, associëren dat met een slecht voorteken en daarom verstoppen ze hen voor het publiek. Door het project komen de ouders met deze kinderen naar buiten om van het project te profiteren omdat een van de categorieën waaraan wij geiten geven gezinnen zijn met gehandicapt kinderen. Dit strekt ons tot eer omdat deze ouders zich nu realiseren dat gehandicapte kinderen nuttig zijn voor de gemeenschap.

2. Een nieuw project voor dove kinderen.
Tijdens ons verblijf in Oeganda hebben wij gewerkt aan een vrijetijdsprogramma voor dove kinderen van de Bishop Westschool in Mukono. Via de Bishop Westschool zijn we in contact gekomen met de stichting Good Samaritan Friends Organization. (GSFO) Deze organisatie richt zich op gehandicapte kinderen. Het algemene doel van de stichting is het verbeteren van de kwaliteit van leven van kinderen met een handicap door het geven van middelen om te integreren in de gemeenschap.

Met behulp van medewerkers van deze stichting kwamen we Batu en Judith, twee dove kinderen, op het spoor. Met behulp van het Lejofonds hebben we deze kinderen op een dovenschool weten te plaatsen. .( De foto’s op de site laten Batu zien, zoals we hem aantroffen, thuis, in de binnenlanden en Batu nadat hij een paar weken op school zat.). Vanuit het project ‘Goat to goat’ krijgen ouders van Batu en de tante van Judith een geit zodat ze in de toekomst zelf geld kunnen verdienen om het schoolgeld te kunnen betalen.

Terug in Nederland werden we benaderd door de coördinatrice van de GSFO-organisatie om ons te bedanken voor de steun aan deze kinderen.

Via internet kwamen we in contact met een andere organisatie die zich inzet voor dove kinderen: Deaf Child Worldwide. Deze organisatie wil samenwerkingsverbanden realiseren met lokale organisaties. De organisatie subsidieert onder bepaalde voorwaarden projecten. Daardoor wil Deaf Child Worldwide bereiken dat besef en kennis van doofheid en de rol daarvan in de ontwikkeling van het dove kind bij families verhoogd wordt. Activiteiten die beogen families te laten communiceren met het dove kind en steun te geven aan de taal van het dove kind zijn daarbij cruciaal. Wij zagen en zien mogelijkheden om een project in te dienen en hebben dit voorgelegd aan de coördinatrice van de GSFO. Zij heeft het idee vervolgens besproken met onze counterpart, de stichting FDEDEPO. In een vergadering van het bestuur van deze stichting is inmiddels besloten een project in te dienen bij Deaf Child Worldwide. Er is al een titel voor het project: “Empowering the community with skills to safeguard the rights of deaf children”.
Momenteel wordt aan een projectplan gewerkt. Als dit klaar is, wordt het voorgelegd aan het Lejofonds.

3. Anbi-beschikking
De belastingdienst heeft het Lejofonds met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2009 aangemerkt als een Algemeen Nut Beogende Instelling. Met deze erkenning zijn alle sinds 1 januari 2009 aan het Lejofonds verstrekte giften aftrekbaar van het belastbaar inkomen.

4. Publiciteit, fondsen en support
– Na terugkomst uit Oeganda hebben wij de publiciteit gezocht om het Lejofonds meer bekendheid te geven en steun te zoeken voor het project ‘Goat to goat’. Zie hiervoor ook de “Links”.

– Twee tijdschriften hebben te kennen gegeven belangstelling te hebben. Het blad Ode heeft gevraagd een blog te schrijven. Dat gaat binnenkort gebeuren. Het tijdschrift “Roerom” wil een artikel over het project ‘Goat to goat’ plaatsen.

– Er zijn, zo leert een zoektocht op internet en informatie van het COS (Centra voor Internationale Samenwerking), verschillende organisaties die onder strikte voorwaarden subsidie verstrekken aan kleinschalige ontwikkelingsprojecten. Bestudering van de voorwaarden leert dat het project ‘Goat to goat’ aan de niet geringe voorwaarden kan voldoen, op eentje na: Het project mag nog niet begonnen zijn.

– Basisschool De Bolleberg te Maria Hoop (Limburg) heeft ons via de weblog gevolgd in Oeganda. Inmiddels heeft de school te kennen gegeven het project ‘Goat to goat’ met acties te ondersteunen. En ook de Sint Jozefschool te Wehe den Hoorn (Groningen) gaat actie voeren voor het Lejofonds. Fantastisch!

– Anderen die het Lejonds willen steunen raden we aan goede nota te nemen van het volgende hoofdstuk.

5. Doneren
Nieuw is de website, nieuw is ook de rubriek “Doneren”.
Daarin wordt duidelijk dat u op verschillende manieren het Lejofonds financieel kan ondersteunen. Na de substantiële uitgaven aan het project ‘Goat to goat’ is support zeer welkom. Er zijn laagdrempelige manieren: Met een telefoontje doneert u anoniem €1,30 aan het Lejofonds; met een sms-je is dat €1,50. Graag verwijzen we u naar de rubriek “Doneren” elders op de site.

In januari 2010 gaan Leo en Herma Annyas voor het Lejofonds terug naar Oeganda. De tickets zijn geboekt.

Verwachte aantallen geiten, inkomsten en uitgaven.
Samen met de directeur van onze counterpartstichting in Oeganda hebben we gekeken naar de ontwikkeling van het aantal geiten in de nabije toekomst. Daarnaast hebben we ook gekeken naar de inkomsten en uitgaven om te bezien of het project financieel onafhankelijk kan worden.

Bij de start van het project in maart 2009 waren er 32 geiten waarvan de meesten drachtig.
Geiten kunnen in twee jaar tijd drie tot vier keer jonkies krijgen.

In 2010 zijn er 2×32=64 jonkies. Het totaal aantal geiten komt daardoor op 96.

In april 2011 is het aantal gegroeid omdat de jonkies inmiddels ook jonkies hebben. Dat is 64×2=128. Het totaal aantal geiten is dan160 ( 128 + 32). Maar de 32 geiten van het begin hebben inmiddels ook weer twee keer gejongd. 32×2=64. In het project zijn dan 224 geiten.

Er worden ‘mannetjes’ en ‘vrouwtjes’ geboren. Hun aantallen zijn verschillend. Van de 224 geiten is dus niet te zeggen hoeveel ‘mannetjes’ en ‘vrouwtjes’ er precies zijn.
De bokjes zullen verkocht worden. Voor goed gevoede bokken ligt de marktprijs tussen de 200.000-300.000 shilling (sh) wanneer ze negen tot twaalf maanden oud zijn.

Het is nog niet te zeggen hoeveel geiten jaarlijks uitgegeven kunnen worden aan gezinnen omdat nog niet duidelijk is hoeveel geitjes en hoeveel bokjes er geboren zullen worden. De verwachting is dat jaarlijks 52 geiten weggegeven kunnen worden.

De verwachte jaarlijkse inkomsten en uitgaven in het project zijn als volgt:

Inkomsten.
Verkoop van veertig bokken tegen 250.000 shilling per stuk 10.000.000 sh.

Inkomsten uit het dekken van lokale geiten door de bok 20 geiten, 2000 shilling per geit 40.000 sh.

Totaal 10.040.000 sh.

Uitgaven.
Diensten verleend door de veearts 400.000 sh.
Medicijnen 400.000 sh.
Jaarlijkse training aan mensen die een geit krijgen 800.000 sh.
Rapportages en communicatie 120.000 sh.
Transportkosten 360.000 sh.
Arbeidskosten, bijv. Gras verzamelen 12 x 50.000 sh 600.000 sh
Salariskosten twee trainers, 100.000 sh. per maand 2.400.000 sh
Totaal 5.080.000sh.
Op termijn mogen we dus verwachten, als er zich geen grote wijzigingen of tegenvallers voordoen, dat het project jaarlijks ongeveer 5 miljoen shilling opbrengt. Omgerekend in euro’s is dat iets meer dan 1700 euro.