08. Laat ons samenwerken, zeiden de mieren, dan kunnen wij een olifant verplaatsen

We zijn bezig een vaste structuur voor het project “Goat to Goat” neer te zetten. Tot nu toe doen Fred 1 en Fred 2, twee bestuursleden, al het werk als vrijwilliger en dat voldoet niet langer.

In een van de gesprekken hebben we terloops een opmerking gemaakt dat er geen afval op het terrein moet blijven rondslingeren wil men uitgroeien tot een “demonstration farm”. N.a.v. deze opmerking is er overleg met het schoolteam geweest. Dit heeft geresulteerd in een plan een kleine hectare braakliggend terrein om te vormen tot tuin.

We krijgen een lijst overhandigd met benodigdheden met gemakshalve daarbij de aanschafprijs. Het ligt in de bedoeling een tractor te huren voor het ploegen. Daarna moet de grond geegaliseerd worden. Machines komen daar niet aan te pas. Men heeft een andere oplossing: het inhuren van twintig gevangenen voor 1 dag.

De gevangenen moeten uit Mukono komen, ongeveer anderhalf tot twee kilometer verderop. Vanwege vluchtgevaar wil men de gevangenen de afstand niet lopend laten afleggen. Er is transport nodig, heen en terug. Dit onderdeel drukt voor 17 euro op de begroting.

Het inhuren van de gevangenen voor een dag kost ongeveer anderhalve euro per gevangene. Daarnaast moet er ook voor eten gezorgd worden. De begroting laat zien dat ervan uitgegaan wordt dat iedere gevangene voor een kilo opeet. Er staat een bedrag voor 15 kilo meel en 5 kilo bonen. Aan het eten wordt voor drie euro kruiden toegevoegd. Dat is nodig, zo wordt, uitgelegd, dat maakt het eten lekkerder en daarvan gaan de gevangenen harder werken.

Er is een post opgevoerd om twintig scheppen voor de gevangenen te huren. Even verderop zien we bij aan te schaffen gereedschap twaalf scheppen staan. Dat kan dus effectiever.

Men is blijkbaar niet vies van werken. Voor de totale oppervlakte grond worden maar twee gieters opgevoerd. Ook wordt 1 kruiwagen voldoende geacht. Twee paar laarzen zijn nodig. We zijn beniewd wie die aan de voeten krijgt. Andere werkers doen blijkbaar hun werk op blote voeten.

Calliandra, een snelgroeiende struik, die uiteindelijk een ondoordringbare haag gaat vormen, moet worden aangeschaft voor het omheinen van het veld. Verder is het de opzet hier en daar vruchtbomen te plaatsen.

Het plan komt aardig overeen met onze gedachten over de herinrichting van het terrein. Maar voor we er mee in zee gaan, willen we toch eerst weten hoe het teeltplan er gaat uitzien en wie welke taken krijgt. Wordt vervolgd.

Geef een reaktie